Veel aandacht voor ‘Grondige aanpak bodeminsecten’ in 2022
De opbouw van de bodempopulatie bodeminsecten door kringlooplandbouw is met name het gevolg van minder intensieve grondbewerking en de inzet van groenbemesters, stelt Vertify. Ook wordt door Wageningse onderzoekers een relatie verondersteld met organische stof toevoer. Het Vertify onderzoek maakt onderdeel uit van het dit jaar nieuw te starten PPS programma ‘Grondige Aanpak Bodeminsecten’ in opdracht en met financiële bijdrage van BO Akkerbouw en de KAVB.
Schadedrempels
Het doel van het onderzoek dat Vertify in 2022 gaat uitvoeren is zo adequaat mogelijke kennis te krijgen van de situatie in een teeltperceel wat betreft bodemplagen. Welke bodemplagen zijn aanwezig, in welke aantallen en onder welke omstandigheden overschrijden deze aantallen de schadedrempel?
Volgens coöperatie CZAV is deze schadedrempel bij het gebruik van chemische middelen wel bekend. Maar wanneer wordt bestrijding noodzakelijk als er geen chemische middelen (meer) beschikbaar zijn?
Vertify gaat in het kader van het PPS programma ‘Grondige aanpak bodeminsecten’ in 2022 op zoek naar een ‘toolbox’, een instrumentarium aan middelen en maatregelen, die een populatie bodemplagen boven een schadedrempel kunnen terugbrengen tot onder deze drempel. Goede kennis van biologie, fenologie en gedrag van de bodemplagen is noodzakelijk.
Kniptorren monitoren
Het betreft vooral kennis van ritnaalden en emelten, met name op zandgrond, en wortelduizendpoten en ondergrondse springstaarten, vooral op kleigrond. Vaak gerelateerd aan landhuur en ruil met veehouders voor akkerbouw-en bollenteelt.
CZAV raadt aan in de periode van mei tot en met juli te monitoren hoeveel aan ritnaaldenschade gerelateerde kniptorren er zich in graangewassen bevinden. Dat kan met een kniptorval, die lokstoffen afscheidt waar kniptorren op afkomen. Kniptorren veroorzaken zelf geen schade in granen, maar de ritnaalden die uit de larven voorkomen wel. In toenemende mate veroorzaken ritnaalden niet alleen schade aan aardappelen, maar ook aan uien en bieten, constateert CZAV.
Toplaag maatregelen
In de biologische akkerbouw zijn positieve ervaringen opgedaan met het uitdrogen en intensief bewerken van de toplaag van de bodem, waardoor jonge larven doodgaan en niet uitgroeien tot ritnaalden. In gras helpt het ook om te wiedeggen.