NAK gaat onder gaasdoek geteeld pootgoed toetsen op keurbaarheid
In totaal worden 200 knollen op de proefvelden uitgezet, waarvan de helft wordt geteeld onder gaasdoek. Ook worden er andere rassen tussen gepoot om vermenging te simuleren. Vlak voor het moment van loofdoding wordt het doek verwijderd en wordt het gewas gekeurd.
De NAK wil voor oktober duidelijkheid hebben over de keurbaarheid van onder gaasdoek geteelde aardappelen. Aan de hand van de uitkomsten bepaalt de dienst dan of een wijziging van de keuringsvoorschriften nodig is. Een voorstel hiertoe kan tot november worden ingediend.
Vrijgesteld van de keuring
Aardappelen die worden geteeld onder gaasdoek zijn gedurende het groeiseizoen niet keurbaar. Om een kwaliteit bevorderende ontwikkeling, zoals deze teeltwijze, niet door regelgeving te laten belemmeren, heeft de NAK besloten voor dit jaar ook PB2-vitrostammen die onder gaasdoek worden geteeld vrij te stellen van de veldkeuring. PB1-stammen waren daar al voor vrijgesteld. Telen onder gaasdoek wordt in deze proef toegestaan, mits de teelt aan drie volwaarden voldoet. Zo moet het gaasdoek luisdicht zijn, het gaat om traditionele stammen PB1 tot en met PB3 of vitrostammen PB1 of PB2, en deze teeltwijze wordt gemeld bij de aangifte. De onder doek geteelde PB1 en PB2 mogen alleen op eigen bedrijf verder worden vermeerderd.
De NAK is niet de enige partij die experimenteert met het telen van pootgoed onder gaasdoek. Ook Agrifirm en HZPC hebben afgelopen jaar veldproeven gedaan met gaasdoek en stro in de stammenteelt. Doel hiervan was om de pootgoedteelt zo lang mogelijk vrij houden van virus, ook met oog op de versmalling van het middelenpakket. De ervaringen zijn overwegend positief en de proef wordt dit jaar verder uitgebreid.
Arbeidsintensief
Teelt onder gaas is ook in Nederland geen onbekende. Vroeger werden miniknollen geteeld in gaaskassen. Het nadeel hiervan was dat het een arbeidsintensieve klus was: het opzetten en afbreken van de gaaskassen kostte veel tijd. Vooral nadat het aantal hectares miniknollen per teler steeds groter werd, werd het niet meer rendabel. Nu de virusdruk in pootaardappelen toeneemt en de ‘standaard’ preventiemaatregelen als gezond uitgangsmateriaal, selectie, minerale olie en de wekelijkse inzet van luisbestrijders en/of pyrethroïden niet altijd afdoende is om luizen buiten de deur te houden, kijkt de sector nadrukkelijk naar alternatieven.