Boeren samen aan het werk met alternatieven voor glyfosaat
De prioriteit van de landbouworganisaties ligt bij het beschikbaar houden van glyfosaat voor boeren en tuinders. Maar ondanks het feit dat glyfosaat nog steeds een toelating heeft, is het belangrijk om naar alternatieven te zoeken, vindt Mark van de Ven (ZLTO). „Er komt steeds meer druk op de toelating van glyfosaat, zowel vanuit de politiek als vanuit de maatschappij. Mocht er door deze ontwikkelingen toch een verbod op glyfosaat komen, dan moeten we een alternatief achter de hand hebben.”
Praktijknetwerken van akkerbouwers en melkveehouders
De landbouworganisaties hebben met kennispartners gekeken naar mogelijke maatregelen die als alternatief kunnen dienen. Daarbij gaat het onder meer om de juiste keuze van een vanggewas, groenbemester mechanisch onderwerken, het goed onderhouden van grasland of doorzaaien. Deze kennis wordt gedeeld en besproken binnen praktijknetwerken van akkerbouwers en melkveehouders. Ook wordt er geschakeld met de proefboerderijen die al ervaring hebben opgedaan met alternatieven voor glyfosaat.
Het tweejarige project staat in de startblokken: Momenteel zijn de drie organisaties op zoek naar groepen boeren die hun praktijkkennis willen delen. Vanwege de tijd wordt vooral gezocht naar bestaande netwerken. De bedoeling is dat dit voorjaar of deze zomer al de eerste bijeenkomsten en/of demonstraties worden gehouden, zegt Peter Knippels (LTO Nederland).
Maatschappelijke druk
Het doel van deze kennisuitwisseling is om boeren breder laten kennismaken met de al bekende alternatieven voor glyfosaat. Maar ook de maatschappelijke druk speelt mee, geeft Knippels aan. „De discussie over de oranje velden wakkert ieder voorjaar weer aan, daar willen we van af.”
Knippels vindt het jammer dat deze jaarlijks terugkerende discussie het gebruik van glyfosaat zo groot maakt. „We moeten het niet groter te maken dan het is: niet iedere boer gebruikt glyfosaat. Bovendien is het een wetenschappelijk veilig bevonden middel dat gewoon een toelating heeft.”
Praktijkprogramma ‘Weerbaarheid in de praktijk’
Het project maakt onderdeel uit van het Praktijkprogramma ‘Weerbaarheid in de praktijk’, dat weer onderdeel is van het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie Gewasbescherming 2030. Dit uitvoeringsprogramma is in 2020 vastgesteld. Partners uit bedrijfsleven, overheid en maatschappij werken hierin samen aan weerbare planten en teeltsystemen, de verbinding tussen land- en tuinbouw met natuur en het terugdringen van emissies en residuen van gewasbeschermingsmiddelen. De uitvoerende organisaties zijn LTO Nederland, ZLTO, LLTB en LTO Noord, Glastuinbouw Nederland, Royal Cosun, KAVB, NFO en LTO-Bomen, vaste planten en zomerbloemen.