Een bloeiende akkerrand voor meer biodiversiteit
Tips voor de juiste keuze en het correct telen van akkerrandmengsels
Waarom een akkerrand?
In teeltvrije zones kan een akkerrand een buffer zijn om te voorkomen dat gewasbeschermingsmiddelen in de sloot belanden. Verder is het een voedselplek voor allerlei bestuivers zoals bijen en hommels en natuurlijke bestrijders van plaagdieren in het hoofdgewas. Bloeimengsels in akkerranden vergroten de biodiversiteit. Akkerranden kunnen ook een goede schuilplek vormen voor wild en zijn een voedselplek voor vogels. Ook hebben ze positief effect als bloeiend landschap. Hiermee dienen ze een maatschappelijk belang.
Op het moment dat er een plaag zit in een hoofdgewas, is er vaak voedsel genoeg voor een plaagbestrijder. Maar omdat dit gaat om een tijdelijke aanwezigheid van plaagdieren is een natuurlijke vijand daarnaast op zoek naar een voedselplek. Een akkerrand kan dit bieden.
Teelttips voor een akkerrand
Vals zaaibed
Een akkerrand (de naam zegt het al) wordt over het algemeen aangelegd in de randen van het perceel. Vaak is dit langs sloten en struiken. Dit is vaak ook de plek waar het meeste onkruid zich bevindt. Zorg voor de aanleg van een akkerrand voor een vals zaaibed indien dit mogelijk is. Hierdoor kan de eerste onkruiddruk worden voorkomen en krijgt de akkerrand een voorsprong op het onkruid. Er is geen bemesting gewenst. In het geval van teeltvrije zones is dit ook niet aan de orde.
Zaaitijdstip
De ideale zaaidatum is van half april tot half mei. Dit is ook de gewenste zaaidatum voor een mengsel die valt onder de GLB-regeling “Braak met drachtplanten”. Deze moet vóór 16 mei zijn ingezaaid. Voor een bloeimengsel kan later inzaaien ook prima. De bloemen in het mengsel komen in het seizoen nog volop in bloei. Kijk hier voor meer zaaitips voor akkerrandmengsels.
Onderhoud
Het beste beheer van een akkerrand is om deze met rust te laten. Berijden van een akkerrand zorgt direct voor veel schade. Ook onkruidbestrijding is niet gewenst door de vele soorten in het mengsel, en al helemaal niet voor de insecten. De meeste planten hebben weinig voedsel nodig, dus bemesten hoeft niet en mag ook vaak niet.
"Het beste beheer van een akkerrand is om deze met rust te laten."
Akkerrandenmengsels van DSV zaden
Akkerranden hebben een hele diversiteit aan samenstellingen. Zo zijn er mengsels voor diverse soorten insecten. DSV zaden heeft nagedacht over de verschillende toepassingen en doelen voor een akkerrand. Afhankelijk van het doel is er voornamelijk gekozen voor inheemse soorten in de verschillende mengsels. Deze bloemen zijn bekend bij de lokale insectenpopulatie en horen hier thuis. De insecten foerageren hier op.
Bijenmengsel
Een voorbeeld van een inheems mengsel is de Bloeimengsel Nectar. Deze is vastgesteld als bij-vriendelijk. De dille en zonnebloem in het mengsel trekken gaasvliegen en zweefvliegen aan. Dit zijn natuurlijke vijanden van de bladluis, ook al in het larve stadium. Van dille is ook bekend dat deze lieveheersbeestjes aantrekt. De boekweit trekt parasitaire wespen en gaasvliegen aan. Facelia heeft hetzelfde effect op gaasvliegen en zweefvliegen. (Bron: Factsheet Functionele Agrobiodiversiteit)
Braak met drachtplanten
Een ander mengsel van DSV zaden is bijvoorbeeld Brandenburger Bijenweide. Dit is een bloeiend mengsel dat ook gericht is op inheemse insecten en op langdurige bloei. Dit mengsel valt onder de GLB regeling Braak met drachtplanten. Er moeten minimaal drie drachtplanten in het mengsel zitten en deze moeten overheersen. Daarnaast moeten de drachtplanten langdurig bloeien. Hiervan is een lijst samengesteld waarbij de bloeiperiode is genoemd. Deze is te vinden op de website van de RVO (rvo.nl).
Meer akkerrandenmengsels en aanvullende informatie zijn te vinden op de website van DSV zaden.
Tekst: Arjan van der Vinne
Beeld: door DSV Zaden Nederland B.V.