Watersnood juli 2021: nog steeds geen betaling waterschade gewassen
Delen van Limburg hebben zwaar geleden onder de extreme wateroverlast die in juli 2021 de provincie teisterde. Het kabinet verklaarde het overstroomgebied tot rampgebied, waarmee de Wet tegemoetkoming schade bij rampen (WTS) in werking trad. In dat kader krijgen getroffen boeren een deel van de gewasschade vergoed. De afhandeling verloopt echter zeer stroef.
In december 2021 vroeg de LLTB per brief aan de toenmalige verantwoordelijk minister Ferd Grapperhaus van Justitie en Veiligheid nogmaals om beantwoording van eerdere vragen over de afhandeling van de schade. Twee weken geleden stelde de redactie van Akkerwijzer vragen aan de RVO over deze kwestie. Die vragen bleven tot op heden onbeantwoord.
600 aanvragen
Statenlid Geraats: „Er zijn circa 600 aanvragen door boeren en tuinders ingediend. Uit het veld begrijp ik dat er nog geen of slechts een enkeling een vergoeding inmiddels heeft ontvangen. De afwikkeling van de financiële schade verloopt tot op heden zeer stroperig en zeer moeizaam. Dit ondanks eerdere toezeggingen van het Kabinet dat het de afhandeling voortvarend zou oppakken. Dit is niet het geval. Daarom stellen we over deze kwestie nu vragen aan GS waarin we GS ook oproepen het Kabinet onder druk te zetten zijn toezeggingen na te komen en de schades zo snel mogelijk uit te keren. Het voorjaar staat voor de deur. Met het oog op het nieuwe teeltseizoen moeten boeren weer aan tal van betalingsverplichtingen aangaan, terwijl ze nog steeds zitten opgescheept met de (financiële) gevolgen van de wateroverlast van juli 2021.”
In de brief vragen Geraats en Jetten aan GS naar de precieze stand van zaken met betrekking tot de afhandeling van financiële schade, via de WTS of anderzijds. Ze dringen bij GS aan de knelpunten in dit proces te inventariseren en in een brandbrief naar het Kabinet en de Tweede Kamer op te roepen tot een snelle afwikkeling.
Hoogwatermaatregelen
Geraats en Jetten vragen GS ook aandacht te hebben voor hoogwatermaatregelen die bij extreme wateroverlast plaatselijk zorgen voor ernstige nadelige effecten. Daarbij wijzen ze concreet naar Ooijen-Wanssum en Heel-Buggenum. Als gevolg van hoogwatermaatregelen ontstaan daar ‘badkuipen’ die snel vollopen maar langzaam leeglopen.
Geraats en Jetten zeggen te begrijpen dat het structureel voorkomen van wateroverlast om grote maatregelen vraagt, waarvan de realisatie nog enige tijd gaat duren. Echter, ook in de tussenliggende periode moet de veiligheid van Limburgers worden geborgd. Daarom willen ze weten welke aanpassing in de aanpak van wateroverlast er inmiddels zijn doorgevoerd om goed te kunnen reageren bij toekomstige wateroverlast.