Column: André Hoogendijk: Het gat in de kringloop
Voor wat historische besef gaan we vijf eeuwen terug in de tijd, naar de Krimpenerwaard. Een typisch veenweidegebied met veel slootjes, langgerekte kavels en een slappe bodem. Er was toen - 500 jaar geleden! - al sprake van vergaande specialisatie in de landbouw. De belangrijkste agrarische activiteit was het telen van hennep voor de productie van touw en zeildoek.
Om de teelt van hennep mogelijk te maken op de kleine akkers was voldoende mest nodig. Daarvoor hield men koeien, waarvan men de mest door luiken aan de zijkant van de stal snel naar de akkers kon brengen. Als bijproduct leverden de koeien melk, waar kaas en boter van werden gemaakt. De wei die overbleef bij het kaasmaken werd gevoerd aan de varkens.
Schaalvergroting
De uitvinding van de karnmolen in de 17e eeuw was een belangrijke stap in de schaalvergroting. Niet langer hoefde de boerin met de hand te karnen, maar voortaan werd een paard ingezet om rondjes lopen. De boerin kreeg tijd voor andere dingen en het paard kon ook wel een grotere karnton aan, dus met meer melk op basis van meer koeien.
De Nederlandse hennep werd langzaamaan te duur en werd steeds vaker uit het buitenland gehaald. De boeren in de regio ging in transitie naar een landbouw die zich specialiseerde in de melkveehouderij. De varkens mochten blijven. Aan het einde van de 18e eeuw was de Krimpenerwaard een van de regio’s met de hoogste veebezetting van het land.
Een historisch gat in de kringloop
De hennep had eeuwenlang als touw en zeildoek de regio verlaten en daarmee zat er een gat in de kringloop in de Krimpenerwaard. Het grasland dat verder van de boerderij lag werd gebruikt als hooiland. Er werd elk jaar één snee gras vanaf gehaald, terwijl het land niet of nauwelijks werd bemest. Deze gronden werden de schraallanden waar bijzondere natuur ontstond, maar die ook het risico liepen afgegraven te worden voor turfwinning.
Door de uitvinding van kunstmest werd het gat in de kringloop opgevuld en eindigde de verschraling van gronden in Nederland. Dankzij de steeds efficiëntere landbouw kon er land uit productie worden genomen. Waar woningbouw meestal plaatsvond op de beste landbouwgronden, werden de schrale gronden vaak natuur. De landbouw maakt tegenwoordig de naastgelegen gronden rijker in plaats van armer.
Waar vroeger de humane mest werd teruggebracht naar het land, wordt deze nu vooral verbrand of geloosd in de zee.
Het grootste gat in de kringloop van de landbouw is het gat waarop u zit bij het lezen van deze column. Waar vroeger de humane mest werd teruggebracht naar het land, wordt deze nu vooral verbrand of geloosd in de zee. Om deze kringloop op grote schaal te sluiten is een flinke inspanning nodig. De moderne mens zit immers vol medicijnen, drugs, batterijen, inkt en andere rotzooi die boeren niet op hun land willen hebben.
Een ander gat in de kringloop is de dierlijke mest die boeren in Nederland beperkt zelf mogen gebruiken, terwijl ze ongelimiteerd kunstmest mogen strooien. Goede mest wordt afgevoerd of zelfs verbrand, terwijl boeren daarvoor in de plaats worden gedwongen om kunstmest te kopen. En de kosten van kunstmest lopen hard op. Als het klimaat je lief is of al je echt iets met kringlooplandbouw wilt doen, dan kun je het hier niet bij laten zitten.
Waar blijven de kunstmestvervangers?
Afgelopen jaren zijn verschillende onderzoeken uitgevoerd naar kunstmestvervangers. Het gaat dan om verwerkte dierlijke mest die kan worden gebruikt in de plaats van kunstmest. Voorbeelden zijn mineralenconcentraat, spuiwater uit indampinstallaties en dunne fractie uit digestaat. Naar de toekomst toe zou het ook kunnen gaan om bewerkte dunne fractie na mestscheiding uit (nieuwe) stalsystemen.
Het wordt al snel technisch, maar de basis is simpel: gebruik dierlijke mest in plaats van kunstmest. Dat is beter voor het klimaat, beter voor de natuur en beter voor de boer. Belangrijk is dat de mest daarbij niet te intensief wordt bewerkt, zodat deze ook qua CO2-uitstoot beter uitpakt dan kunstmest. En na de kunstmestvervangers op basis van dierlijke mest meteen doorpakken voor kunstmestvervangers op basis van humane mest.
Kringlooplandbouw – en nu echt
Vanuit het Europees Parlement heeft Jan Huitema afgelopen jaren hard getrokken aan de introductie van kunstmestvervangers. Het wordt nu tijd dat de Nederlandse politiek actie onderneemt. We hebben een hele stapel visies en Kamerbrieven waarin wordt geschreven over kringlooplandbouw, maar echte actie hebben we afgelopen jaren niet gezien. Dit is een kans voor de nieuwe ministers om een gat te gaan dichten.
De oorspronkelijke functie van landbouwhuisdieren is het maken van mest voor de akkerbouw. Je laat koeien grazen, je voert de restjes aan de varkens en je wordt beloond met het bruine goud. Daarmee kun je planten voeden en als bonus krijg je vlees en melk. We kunnen niet terug naar vroeger, maar wel vooruit naar de toekomst. Waardeer mest, koester het dier en dicht gaten in de kringloop – te beginnen met kunstmestvervangers.