Rabobank ziet wel weer nieuwe uitdagingen
Goed herstel leliesector na moeilijke jaren
De export van leliebollen was in 2018 en 2019 problematisch. In 2020 kwam daar de coronapandemie nog bovenop. De Rabobank concludeert in haar analyse van de leliesector dat zij deze goed te boven is gekomen. Maar er dreigen nieuwe ‘gevaren’.
Chemische gewasbescherming
‘Allereerst moet de sector een antwoord vinden op het hoge gebruik van chemische gewasbescherming in de bollenteelt. Daarnaast neemt het besteedbare inkomen in verschillende Europese landen namelijk af door de huidige inflatie. Daardoor kan op termijn de aankoop van bloemen dalen, aangezien de verkoop van bloemen nogal reageert op inkomensstijging of -daling. De leliebroeiers in China, Vietnam en de Verenigde Staten kunnen echter momenteel hun bloemen goed verkopen, dus daar blijft voorlopig een sterke vraag naar goede leliebollen.’
China probleem
In 2018 en 2019 waren er veel problemen met de export van leliebollen, vooral bij export naar China, aldus de Rabobank. ‘Enkele inkopers daar hadden te grote orders afgegeven bij Nederlandse exporteurs en kwamen in betalingsproblemen. In 2020 kwamen daar de wereldwijde problemen van de coronacrisis bij met onder meer hogere vrachtkosten.’
In 2019 en 2020 paste het (Nederlandse) aanbod zich aan deze situatie aan en inmiddels herstelt de sector langzaam maar zeker, meldt de Rabobank verder. ‘De buitenlandse vraag naar leliebollen is op goed niveau gebleven tijdens de coronacrisis en de voorverkopen voor 2022 zien er hoopgevend uit. Ook krijgen leliebroeiers (telers van snijbloemen) een goede prijs voor de bloemen. De middenprijs bij Royal FloraHolland voor lelies steeg het afgelopen jaar met ongeveer 20 procent vergeleken met 2020.’ De vraag van Nederlandse broeiers naar leliebollen kan dus op peil blijven. Maar alles heeft een keerzijde.
2022 hoopgevend
Het areaal met leverbare bollen in 2021 is zo’n 10 procent gestegen van 3.787 hectare in 2020 naar 4.175 hectare in 2021 zo meldt de Rabobank met de BKD als bron. ‘Doordat teeltresultaten van de lelies in 2021 onder het gemiddelde lagen, waren de gevolgen van deze areaalstijging nog niet zo zichtbaar. Ten slotte is de Nederlandse leliesector leidend in de wereld met 85 procent van het wereldwijde aanbod. Een verhoging van het Nederlandse areaal beïnvloedt dus direct het aanbod op de wereldmarkt.’ Daarmee zijn Nederlandse bedrijven in de leliesector elkaars grootste concurrent.
De wereldwijde vraag naar leliebollen is redelijk stabiel, vervolgt de Rabobank. ‘Doordat het areaal aan leliebollen dankzij de goedkope vermeerdering met schubben snel uitgebreid kan worden, ligt er snel overproductie op de loer. Ondernemers kunnen de productie vrij snel laten groeien door een deel uit te besteden aan telers met akkerbouwgewassen en vollegrondsgroenten.’
Snelle krimp
Andersom kan natuurlijk ook, waardoor het aanbod van leliebollen snel krimpt. ‘Het aanbod schommelt dus, terwijl de vraag juist stabiel is. Dat veroorzaakt pieken en dalen in het rendement. Daardoor verschilt het enorm hoe winstgevend leliebedrijven in het ene of andere jaar zijn. Het verschil wordt ook nog eens veroorzaakt door verschil in geteelde variëteiten zowel binnen als over de diverse groepen lelies (Aziaten, LA’s, Oriëntals en OT’s). Tenslotte zijn er bij bedrijven uiteenlopende kosten voor energie en kunstmest die zorgen voor verschillen in rendement.’
Lees hier meer over de wereldhandel in sierteelt.
Tekst: Erik Kruisselbrink
Is als freelance vakbladredacteur van vele markten thuis.
Beeld: Susan Rexwinkel