Tips om drijfmest zo goed mogelijk te benutten

De benutting verbeteren kan bijvoorbeeld door alleen bij gunstige weersomstandigheden te bemesten. Op bewolkte dagen met weinig wind en lage temperaturen is ammoniakemissie tijdens het aanwenden van de mest in het voorjaar nauwelijks te meten.

Diepe mestinjectie

Het werkt net als met vochtverdamping: hoe hoger de temperatuur en windsnelheid, hoe meer ammoniak er verdampt. De relatieve luchtvochtigheid heeft een tegenovergesteld effect. Ook het emitterend oppervlak is van groot belang. Vergelijk het met een emmer water die je uitgiet over een vloer: er verdampt viel minder water uit de emmer dan wanneer diezelfde emmer water is uitgegoten over de vloer.

Vandaar dat de wetgeving bij het uitrijden van mest gericht is op het verkleinen van het emitterend oppervlak. Uit onderzoek van Wageningen University &Research blijkt dat bij diepe mestinjectie (>10cm) op bouwland er nauwelijks ammoniak de lucht in gaat, terwijl bij ondiepe injectie gemiddeld bijna 25 procent van de ammoniakale stikstof vervluchtigt.

Ureaseremmer

Maar het is lang niet altijd bewolkt en relatief koud weer met weinig wind, zoals gisteren. Zeker niet deze maart maand. Hoe dan ook is de ammoniakvervluchting ’s avonds bij een dalende temperatuur in het donker vrijwel altijd lager dan overdag, bij gelijke windsnelheden.

Wie toch overdag bij ongunstige weersomstandigheden mest moet uitrijden (bijvoorbeeld vanwege de werkdruk), kan de ammoniakvervluchtiging ook tegengaan door de mest aan te zuren met salpeter-of zwavelzuur richting een pH van 5-6. Hierbij is het wel zaak rekening te houden met de extra kilo’s stikstof en zwavel. Ureaseremmer toevoegen aan de mest die de omzetting van ureum in ammonium/ammoniak belemmert is ook een mogelijkheid. Aan deze methodes die de ammoniakvervluchtiging verkleinen zijn wel kosten verbonden.