“Vroege gele roest moet je ook strak aanpakken”

Guus Bergmans pakt er nog maar eens de recente cijfers van het Europese telernetwerk van BASF bij. Septoria is volgens hem nog steeds de belangrijkste ziekte. Maar in Nederland is die schimmel bijna bijgehaald door gele roest. En dat komt doordat regelmatig de resistentie van de tarwerassen wordt doorbroken, terwijl de bestrijding strategieën vooral gefocust zijn op septoria. Het gevaar van roesten schuilt volgens Bergmans vooral in hun snelle vermeerdering. De cyclus van roest duurt onder gunstige omstandigheden slechts 10 dagen, dat is ruim twee keer zo snel als septoria. Als je roest niet tijdig aanpakt, blijf je achter de feiten aanlopen. In graanland Engeland is dat besef inmiddels ruimschoots aanwezig. Een T0-bespuiting tegen gele roest zit daar vrijwel altijd in de basisstrategie, vertelt Bergmans. “Ik wil telers geen extra bespuiting aanpraten maar het is wel belangrijk dat ze vanaf half maart regelmatig door hun graangewassen lopen of die laten controleren door hun adviseur.”

Niet tornen aan tijdstip T1

Bij een vondst van gele roest voor half april adviseert Bergmans om die gericht aan te pakken en niet de T1-bespuiting naar voren te halen. “De T1 en de T2 zijn de belangrijkste bespuitingen voor een hoge opbrengst. De timing komt heel nauwkeurig. Als je de T1 naar voren haalt, loop je het risico dat een tussenbespuiting nodig is omdat het interval tussen T1 en T2 te lang wordt. Ook kunnen er stengels wegvallen doordat je de roest toch te lang z’n gang laat gaan.” Volgens Bergmans is het nieuwe fungicide Retengo geknipt voor de aanpak van vroege roest. “Retengo bevat pyraclostrobin en die stof is ijzersterk op roesten; ook heeft het geen last van resistenties.” Naast goede proefuitkomsten kan Bergmans ook al overtuigende praktijkervaringen melden. “Een aantal van onze proefveldhouders heeft een baan in een praktijkperceel behandeld met Retengo. Je zag het verschil op de streep af. De Retengo strook stond er gezonder, frisser en voller bij.”