De derde gift in de wintertarwe kan renderen
Voor het meest optimale resultaat wordt de stikstof op drie momenten toegediend. Zo sluit de bemesting goed aan op het stikstofopnamepatroon van graan en verhoogt het rendement van de bemesting.
De totale behoefte aan stikstof hangt van een aantal factoren af zoals het zaaitijdstip, de voorvrucht, de Nmin na de winter en de eigenschappen van het perceel.
Gebruik van organische mest
Veel telers hebben al ervaring met het toepassen van organische mest in de granen. De eerste gift kan met organische mest worden gegeven, maar het risico op structuurschade is vaak groot. Als tweede gift past drijfmest daarom beter. Hoe kunt u deze stikstof toerekenen aan het gewas? Hiervoor is een praktisch regel van de Bodemkundige dienst van België die kan helpen: de 50-30-20 regel. Als drijfmest vlak voor of vlak na de eerste gift wordt toegediend, dan komt 50% van de werkzame stikstof vrij tot het moment van de tweede gift. Vervolgens komt nog 30% van de werkzame stikstof vrij die in mindering gebracht kan worden op de tweede gift en tot slot nog 20% in mindering voor de derde gift. Uiteraard is een goede mestanalyse belangrijk voor een juiste inschatting.
De derde stikstofgift rendeert
Tot de bloei wordt de stikstof gebruikt voor de vegetatieve fase. Dit beïnvloedt het aantal aardragende halmen en de aaraanleg. Opgeslagen stikstof wordt later gebruikt om de korrels te vullen. Nadat het vlagblad verschenen is, zal stikstof het aantal korrels verhogen, de korrels vullen en het eiwitgehalte in de korrel verhogen. Een derde kunstmestgift bij het verschijnen van het vlagblad kan daarom de opbrengst verhogen.
Tip: strooi op tijd, na de bloei is een derde gift niet zinvol.
In de praktijk wordt de tweede gift meestal volledig door organische mest vervangen. Dat betekent dat de stikstofbehoefte van de plant vaak niet volledig is gegeven. De derde gift kan hier deels in compenseren. Algemene regel is dat op klei 40 kg/ha en op löss 30 kg/ha maximaal aan stikstof bijgegeven kan worden.
Bijsturen
Uiteindelijk begint alles met een goed doordacht bemestingsplan. Het vertrekpunt is uw eigen bedrijfssysteem waarin vruchtwisseling en de algehele bodemvruchtbaarheid, met de stikstof nalevering, bepaalt waar u op uit komt in de totale stikstofbehoefte. Maak daarom een plan per perceel, want tussen percelen kunnen verschillen zijn in bemestingsbehoefte. Bepaal op tijd uw bemestingsstrategie. Kiest u voor organische mest dan kan kunstmest deels vervangen worden zodat u op tijd kunt bijsturen met de derde gift.