“Uienvlieg te lijf met nuttige aaltjes”
“We gaan inderdaad naar buiten”, lacht Piet van Boven van BASF. De technisch product adviseur bio-insecticiden is in Nederland verantwoordelijk voor de beproeving en introductie van methoden voor biologische insectenbestrijding. Hij maakt deel uit van een internationaal team dat al meer dan 10 jaar ervaring heeft met deze toepassingen. “In kasteelten en champignoncellen is biologische insectenbestrijding al heel gangbaar”, weet van Boven. “Omdat je daar meestal jaar op jaar dezelfde gewassen teelt, krijg je relatief snel te maken met resistenties tegen insecticiden. En dus is men daar al eerder begonnen met de biologische aanpak.” In de buitenteelt van pioenrozen is toepassing van de aaltjes al een paar seizoenen praktijk en in 2021 startte BASF in de Noordoostpolder de eerste praktijktesten met aaltjes tegen uienvlieg.
Uienvlieglarve verteren
De Nemasys aaltjes van BASF dringen het prooiorganisme (hier de uienvlieglarve) binnen waarna een bacterie die het aaltje bij zich draagt er voor zorgt dat de larve wordt verteerd. Die dient zo als voedsel voor het aaltje. Omdat de larven op een gegeven moment op zijn, kan het aaltje zich niet echt vermeerderen. Daarom is bij een volgende vlucht van de uienvlieg een nieuwe aaltjestoepassing nodig. “Die toediening kan in principe met een veldspuit”, vertelt van Boven. “Maar omdat het aaltje een vochtige grond nodig heeft om zich te kunnen bewegen, moet je daarna beregenen. Wij hebben voor de toediening van de aaltjes een machine gebruikt die normaal wordt ingezet voor het verspreiden van papiercellulose. Deze machine kan veel water afgeven. Dit komt de aaltjeswerking ten goede. We gebruiken tijdens de aaltjestoepassing 1 tot 2 liter water per m². Ook na de toediening moet de grond vochtig blijven.”
Minder uitval
Op de behandelde praktijkpercelen werden 15 tot 20% meer planten geteld. “De aaltjes zorgden dus voor minder uitval”, vertelt de product adviseur. “Dat is in lijn met de uitkomsten van uienvliegproeven van Uireka.” Dit voorjaar wordt het BASF-experiment op meerdere locaties in de Noordoostpolder herhaald. “We gaan nu intensiever gewaswaarnemingen doen dan vorig jaar. We tellen op meer momenten en ook nauwkeuriger. We werken met insectenbekers voor de uienvliegen en speciale telramen voor de plantaantallen. En we gaan ook de opbrengst meten.” Onder ideale omstandigheden zijn twee behandelingen voldoende, weet van Boven inmiddels. “Maar de methode is nog wel duurder dan chemie. Daarom focussen we nu vooral op randen langs bermen, bosranden en andere uienpercelen. Dat zijn toch de invalspoorten.”
Meer mogelijkheden
Van Boven verwacht dat de methode voor de uienvlieg in 2023 praktijkrijp is. “Maar wie dat wil kan de Nemasys-aaltjes nu al kopen hoor”, meldt hij enthousiast. De introductie van de nuttige aaltjes tegen insecten in buitenteelten zal niet stoppen bij de uien, verwacht van Boven. “We zijn in Nederland ook al bezig met trips in prei. In Duitsland en Engeland kijken we naar de koolvlieg. Boomkwekers gebruiken de aaltjes al tegen taxuskevers en engerlingen. En vergeet de onlangs geïntroduceerde slakkenaaltjes Nemaslug 2.0 niet. Dit nieuwe product is een extra wapen om naaktslakken op een natuurlijke manier te bestrijden.”