Gebroeders De Kraker passen strategie aan in strijd tegen luis en virus
Ieder jaar zijn minder middelen toegelaten voor de bestrijding van bladluizen die gewassen als de aardappel met virussen infecteren. De gebroeders Ko en Wim de Kraker kunnen daar echter nuchter mee omgaan. Zij zijn van oudsher gewend om te roeien met de riemen die ze hebben en bij te sturen waar het kan. Ook in de pootgoedteelt, al valt dat niet altijd mee. “Normen zijn strikt, de keuze uit insecticiden is beperkt en luizen blijken minder gevoelig voor sommige pyrethroïden. De effectiviteit van luisbestrijding met deze middelen loopt daardoor terug”, weten de pootgoedtelers.
Aangepaste teeltstrategie
Rekening houdend met de bovengenoemde uitdagingen kiezen de broers inmiddels voor een andere aanpak in hun 40 hectare tellende pootgoedteelt. De aangepaste strategie is vastgesteld in samenspraak met teeltadviseur Karel Steijaert van CZAV uit Wemeldinge. De eerste maatregel bleef ongewijzigd: starten met schoon uitgangsmateriaal. “We kopen altijd hoogwaardig S-materiaal aan”, vertelt Ko. “Dan kunnen we deze nog een keer natelen en hebben we direct een eigen viruscheck, voordat we de poters hopelijk allemaal virusvrij in klasse SE kunnen afleveren.”
Eerder starten met Olie-H
De volgende en aangepaste maatregel is eerder starten met de inzet van Olie-H. “Luizenvluchten komen steeds vroeger op gang, vanwege de veranderingen in het klimaat en het cultuurlandschap. Luizen zijn vaak al voor de opkomst van de aardappelplanten in grote aantallen op en om de pootgoedpercelen aanwezig”, ervaren de Zeeuwse pootgoedtelers. “Ons advies is om de eerste bespuiting met Olie-H uit te voeren zodra 30 procent van de planten is opgekomen”, vult Steijaert aan. “Hoe gelijkmatiger hierbij het gewas opkomt, des te effectiever die eerste behandeling is. Je beschermt dan meer planten en er gaat minder middel verloren.”
Gelijkmatige opkomst bevorderen
De pootgoedtelers doen hun best om die gewenste gelijkmatige opkomst voor hun gewassen te realiseren, al valt dat niet altijd mee. “De bodemomstandigheden in het voorjaar hebben veel invloed”, licht Ko de Kraker toe. “Vooral bij droog weer na een zachte winter kan de opkomst ongelijkmatig verlopen. Om hier toch nog wat in te sturen, voeren we de definitieve rugopbouw al direct uit bij het poten. Dat geeft een egalere opkomst dan laat frezen is onze ervaring.”
Extra spuitdoppen
Om de eerste bespuiting(en) met Olie-H nog effectiever te maken, hebben de broers hun nog jonge CHD-veldspuit voorzien van een set extra spuitdoppen. Deze zitten daarmee op 25 centimeter van elkaar aan de spuitboom in plaats van de meer gebruikelijke 50 centimeter. “Dit heeft als voordeel dat je voor een bespuiting op jonge, net opgekomen planten alleen de spuitdoppen direct boven het midden van de ruggen aan hoeft te zetten. Tussen de rijen hoef je dan nog niet te spuiten”, verwoordt Wim de Kraker. “De vroege bespuiting is daarmee niet alleen effectiever, maar ook efficiënter. We hebben hier nu al twee seizoenen ervaring mee en dat bevalt ons prima.”
www.certiseurope.nl