Belgische proeven met Crispr-Cas: maïs beter bestand tegen droogte

Voorlopige testen in de kas wijzen erop dat de aangepaste maïsplanten beter groeien dan de normale variëteit als ze opgroeien onder droge omstandigheden. Maar of dit in het veld ook zo is moet nog blijken uit de veldproeven, die samen met het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) worden uitgevoerd.

Voorwaarden

Crispr-Cas wordt routineus gebruikt in het laboratorium als onderzoeksmethode. „In een kas worden droogte en regen gesimuleerd”, zegt Astrid Gadeyne van het VIB. „Onder strenge voorwaarden mogen we gewassen in het veld gebruiken om veldproeven mee te doen. Als je de plant met Crispr-Cas hebt aangepast, moeten we de nodige toelatingen krijgen. Pas na goedkeuring van de veiligheidsraad kan de veldproef doorgaan.”

Commercialisering is mogelijk maar via de huidige regelgeving in Europa is het moeilijk. Crispr-Cas valt momenteel onder dezelfde regelgeving als genetisch gewijzigde organismen die zijn ontwikkeld met transgenese (binnenbrengen van vreemd DNA) en dat maakt het proces zeer lang en ingewikkeld. „Dat proces neemt al snel tien tot vijftien jaar in beslag om concreet op het veld toegepast te worden. We hopen dat er iets gebeurt.”

De Crispr-Cas techniek wordt ingezet bij vele gewassen, zoals maïs, tarwe, rijst en tomaat. Volgens Gadeyne heeft de techniek veel voordelen. De onderzoekers konden via Crispr één bepaald gen van de maïsplant uitschakelen, waarvan ze weten dat het de plantgroei vertraagt bij langdurige droogte „Als we het gen lichtjes wijzigen, zien we dat onze plant beter groeit vergeleken met de niet-gewijzigde plant onder gesimuleerde droogte-condities in de serre”, zegt Gadeyne.

Meer opbrengst

De genbewerkte variëteit groeit beter onder droogte-omstandigheden. „Als je plant groter wordt en meer bladeren produceert, dan kan het ook een grotere kolf produceren”, zegt Gadeyne. „En dus een grotere opbrengst hebben.” Qua veiligheid is er volgens haar geen risico aan verbonden. „Alles wat op de markt komt voor consumptie wordt streng gecontroleerd door de federale instanties. Als het niet veilig zou zijn, zou het niet worden toegelaten als veldproef.”