Staghouwer ziet geen redenen om nu te tornen aan toelating glyfosaat
Net als zijn voorganger Carola Schouten blijft Staghouwer vasthouden aan het besluit van het Ctgb om glyfosaathoudende middelen in Nederland toe te laten. „Alleen het Ctgb kan ingrijpen in de toelating als er sprake is van nieuwe wetenschappelijke inzichten waardoor niet meer aan de toelatingsvoorwaarden wordt voldaan. Deze nieuwe wetenschappelijke inzichten zijn er op dit moment niet”, aldus Staghouwer in zijn brief.
Uitstel bij EFSA
Hij betreurt het wel dat de herbeoordeling van de werkzame stof langer gaat duren dan aanvankelijk gepland. EFSA maakte eerder deze maand bekend zijn besluitvorming over glyfosaat te moeten uitstellen naar juli 2023. Dit omdat de Europese autoriteit voor voedselveiligheid in totaal bijna 3.000 reacties heeft binnen gekregen op haar publieke consultatie.
Staghouwer zal er bij de Europese Commissie op aandringen om het proces - daar waar mogelijk - te versnellen, zodat de periode tussen het verlopen van de goedkeuring van de werkzame stof en besluitvorming zo kort mogelijk is. „Ook ga ik mij beraden op het standpunt dat ik ga innemen over het procedureel verlengen van de goedkeuring van de werkzame stof glyfosaat, mocht dat aan de orde zijn.” De minister gaat er van uit dat de Europese Commissie in het najaar met een voorstel komt.
Wetenschap versus emotie
Hij geeft verder in zijn brief aan dat hij begrijpt dat de verschillende wetenschappelijke inzichten en berichten in de media over de werkzame stof glyfosaat leiden tot vragen en twijfel. „Ik ga daarom de komende periode met de agrarische sector in gesprek hoe - naast de afspraken die gemaakt zijn in het Uitvoeringsprogramma en in het Nationaal Strategisch Plan - het gebruik van glyfosaathoudende middelen verder kan worden teruggedrongen. Dit zou bijvoorbeeld kunnen via economische prikkels.” Staghouwer zal de Kamer in het najaar informeren over de uitkomst hiervan.