Natuurlijke vijanden in en op de bodem extreem belangrijk voor tripsbestrijding

In plantuien zijn inmiddels adulte tripsen gesignaleerd. Aangezien de 100 graaddagen inmiddels zijn verstreken, komen de larven uit. De CZAV waarschuwt de telers er voor dat vanaf nu de populatie zich snel zal opbouwen. De ontwikkelingssnelheid hangt onder andere af van de temperatuur en gaat steeds sneller als het warmer wordt. Volgens de CZAV is het is goed om te weten dat trips verschillende stadia heeft. De verpopping speelt zich voornamelijk af in de grond op 1,5 tot 2 cm diepte. Soms verpopt de trips zich ook rondom óf op de plant. Echter meestal gaat de voorkeur uit naar de bodem, omdat daar een betere bescherming wordt geboden.
Natuurlijke vijanden
Drie jaar onderzoek door CZAV en IPM Impact toont aan dat voornamelijk de natuurlijke vijanden in en op de bodem extreem belangrijk zijn. Deze zijn er namelijk al voordat tripsen in de uien zijn te vinden. Vaak komen vliegende roofinsecten om het werk af te maken, echter ze duiken pas op wanneer reeds schade aan de uien te vinden is. Daarom is het volgens CZAV essentieel dat er alles aan moet worden gedaan om het leger in de grond op volle sterkte te krijgen. De belangrijkste natuurlijke vijanden van trips zijn roofmijten, roofwantsen, lieveheersbeestjes, sluipwespen, larven van gaasvliegen en zweefvliegen, kleine spinnen en rooftrips. Ook kortschildkevers zijn belangrijke natuurlijke vijanden van trips.
Belangrijkste vijanden
De belangrijkste natuurlijke vijanden in de bodem zijn roofmijten en kortschildkevers. Deze hebben het grote voordeel dat ze generalisten zijn en zich dus al voeden met allerlei organismen voordat trips actief worden. Zaak is om roofmijten en kortschildkevers te stimuleren. De voedingsbron waar het in het bodemvoedselweb allemaal mee begint is organische stof. Organische stof (gewasresten, vaste mest, compost) leidt tot meer bacteriën en schimmels, wat volgens CZAV weer een voedselbron vormt voor allerlei organismen, die weer gegeten kunnen worden door roofmijten en kortschildkevers.
Oplossingen
Ook een goede bodemstructuur is ontzettend belangrijk voor het bodemleven. Zo zijn zware machines op een verkeerd moment op het land funest voor het bodemleven. Niet-kerende grondbewerking (NKG) kan ook een positief effect hebben op het bodemleven. Onderzoek van IPM Impact toont al jaren het negatieve effect aan van pyrethroïden op het bodemleven. CZAV adviseert de telers hier in het bouwplan rekening mee te houden. Dus ook in andere gewassen dan uien. Als in de praktijk geen andere optie overblijft, is het zaak om in het achterhoofd te houden wat dit doet met het leger onder de grond.