Glyfosaatdocument brengt Staghouwer in het nauw
Geurts had bij aanvang de wens nog uitgesproken dat het een genoeglijk debat zou worden. Maar het mocht niet zo zijn. De minister heeft namelijk de eigenschap om met meel in de mond te praten. Op Kamervragen geeft hij vaak lange, onduidelijke antwoorden, en anders verwijst hij naar Kamerbrieven die nog moeten verschijnen. Hij heeft daarmee al eerder de irritatie van Kamerleden opgewekt; deze keer nam de Kamer er geen genoegen mee. Het leidde het tot de snelle beëindiging van het debat.
EPPO-document
De aanleiding was een vraag van Tjeerd de Groot waarom zijn motie van twee jaar geleden, om het gebruik van glyfosaat in de landbouw sterk in te perken, nog steeds niet was uitgevoerd. Het ging de D66’er vooral om het resetten van graslanden. „De minister stelt telkens dat dat juridisch niet uitvoerbaar is", zei hij, „en verwijst daarbij naar een document van het EPPO, het bureau van de Europese Officier van Justitie. Maar Kamerleden hebben daar geen toegang toe."
In zijn antwoord had de minister het eerst over van alles behalve het resetten van grasland. Hij vertelde hoe het gebruik van glyfosaat bij volvelds-vooroogsttoepassingen al was verboden, en dat het Ctgb bij de hernieuwde toelating de dosering en frequentie van het gebruik had verlaagd. Na deze omzwervingen stelde hij uiteindelijk dat het juridisch niet mogelijk is om het resetten van graslanden te verbieden, „want glyfosaat is een herbicide.“
De Groot nam daar geen genoegen mee. „Een herbicide is een onkruidverdelgingsmiddel", stelde hij. „In welke wet of Europese richtlijn staat dat je daar dan ook graslanden en vanggewassen mee mag platspuiten?" Hij vroeg dat al maanden, vertelde hij, en had woensdagochtend nog aan de minister laten weten dat hij dat in het debat ter sprake zou brengen. „En dan mag ik toch verwachten dat de minister zich voorbereidt?"
Toen Staghouwer nogmaals verwees naar het EPPO-document, wilde De Groot dat dan meteen zien. „Die documenten zijn zonder abonnement niet toegankelijk", stelde hij, „en dan kan de Kamer de regering niet controleren."
Pauze
Het leidde tot een pauze in het debat, waarin ambtenaren van het ministerie kopieën van het gevraagde document ronddeelden, zodat Kamerleden het konden bestuderen. Maar dat bracht niet de gewenste verlichting.
De Groot concludeerde dat het document, dat gaat over de beoordeling van de werkzaamheid van glyfosaat, niets te doen had met zijn vraag. „Wat heeft dit nu te maken met de toelating?“
Als de minister dat niet kan toelichten, vond hij, dan hoeft de Kamer ook niet verder te gaan met het debat. Hij kreeg daarvoor steun van een deel van de Kamer. Een ander deel was het er niet mee eens; die wilden nog wel antwoord krijgen op hun vragen. „Gewasbescherming gaat over meer dan enkel de D66-motie", stelde Bisschop, „en we hebben meer vragen gesteld dan enkel over glyfosaat." Hij had graag antwoord gekregen op zijn vraag waarom Nederland het gebruik van zaadcoatings had verboden, terwijl Duitsland en België daar vrijstellingen voor hebben gegeven.
Toelating van alternatieve middelen
Ook wilden meerdere Kamerleden weten waarom de toelating van alternatieve middelen op zich laat wachten. Maar antwoord kregen zij die avond niet. Geurts nam de beslissing om de vergadering te schorsen. „We zijn hier nu al zo lang mee bezig geweest", stelde hij, „dat er geen tijd meer is om de andere vragen goed te beantwoorden."
Staghouwer gaat die overige vragen nu in een brief beantwoorden. Daarnaast wil de Kamer een tweede brief, met daarin een gedegen onderbouwing van zijn standpunt dat het gebruik van glyfosaat bij het resetten van grasland niet verboden kan worden.