Column: Aandacht voor precisie bemesting: bladstelenonderzoek in aardappelen
In de bovenstaande grafiek worden twee systemen van meten vergeleken. Een aardappelperceel werd gedurende het hele groeiseizoen gevolgd met het bladstelenonderzoek en er werd een bodemscan gemaakt aan het begin van het seizoen. De bodemscan met de ingekleurde velden duidt op verschillen in de biomassa. In de bladstelengrafiek worden de nitraatgehaltes geïnterpreteerd als hoog, te laag of goed. Wat vervolgens omgezet wordt naar een bemestingsadvies.
Meten is niet altijd weten
Het mooie van dit plaatje is dat de scan verschillen in het perceel zichtbaar maakt. Op die verschillende velden zijn gedurende de hele groeiperiode bladstelen bemonsterd en geanalyseerd. De biomassa van de aardappelen die je meette met de scan is wel waargenomen, maar mogelijk lastig te interpreteren. Dat zou het zelfde zijn als je een zieke op de weegschaal zet in plaats van zijn koorts te meten. Echter met het bladstelenonderzoek konden we zien dat zowel het groene deel als het lichte deel voldoende bemest waren. En beide onderdelen van het perceel geen tekorten hadden.
Innovator, eerste meting
Nu naar het perceel dat we dit jaar volgen: De eerste meting staat als een groen driehoekje in de kleine grafiek. In maart werd op dit perceel 34 kuub mixmest van CZAV uitgereden. Onder mooie droge omstandigheden vond dit plaats. Daarmee werd een gift van 114 kg N/ha gerealiseerd. Samen met de basisgift van 63 kg N komt dat op 177 kg N/ha. Op maandag 13 juni werd een bladsteel monster genomen. Dat is 23 dagen na opkomst. Het advies luidt: er moet nodig bijbemest worden, + 75 kg N/ha.
Tekst: Joke de Geus