Staghouwer optimistisch over eco-akkerbouw, LTO bepaald niet
Uit de tweede praktijktoets in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) is gebleken dat de puntentoekenning voor eco-activiteiten voor biodiversiteit en landschap relatief laag was. Dat stelt minister Staghouwer van LNV in zijn Kamerbrief van 18 juni. Hij geeft daarin welke wijzigingen verwacht mogen worden.
Na de eerste praktijktoets uit 2021 was het voor veel boeren te lastig was om te voldoen aan de instapeis, het behalen van een minimumaantal punten voor de vijf eco-doelen, aldus Staghouwer. „Daarom krijgen niet-productieve activiteiten (kruidenrijke bufferstroken, landschapselementen, groene braak) meer punten. De niet-productieve activiteiten worden uitgebreid met ‘kruidenrijke bufferstrook langs grasland’. Met deze aanpassingen wordt de eco-regeling ook voor akkerbouwers beter inpasbaar."
Keuzemenu eco breder
Een andere conclusie uit de tweede praktijktoets is dat de eco-activiteiten uitgebreid moeten worden, aldus Staghouwer. „Het keuzemenu zal vanaf 2024 ruimer worden. Dan worden in ieder geval precisielandbouw, niet-kerende grondbewerking en biologische ongediertebestrijding toegevoegd." Eerder lukt helaas niet volgens LNV. „De voorbereiding van de implementatie vergt meer tijd, met name om deze activiteiten conform de vereisten uit Brussel te kunnen verifiëren en in te kunnen regelen in de uitvoering. Maar de genoemde aanpassingen zorgen ervoor dat ook in 2023, met de eerste set eco-activiteiten, de eco-regeling al goed toepasbaar is voor de meeste boeren."
Er zullen ook bedrijven zijn voor wie de eco-regeling of de conditionaliteiten moeilijk inpasbaar zijn, erkent Staghouwer. „Dat heeft in veel gevallen vooral te maken met de conditionaliteit GLMC 8. Daar wordt beschreven dat 4% van het areaal niet-productief moet zijn."
Eco-premie goud
De inzet op biologische landbouw wordt versterkt, aldus de conclusie van LNV. „Ook boeren in omschakeling komen automatisch in aanmerking voor de eco-premie goud. Daarnaast komen biologische bedrijven eerder in aanmerking voor subsidieverlening bij open te stellen investeringsregelingen." De doelstelling is ook aangepast. Het GLB beoogt een uitbreiding van het biologische landbouwareaal tot 5 procent in 2027. In het concept-NSP betrof dit nog 3,85 procent.
De komende weken worden informatiebijeenkomsten voor boeren georganiseerd in alle provincies. Een overzicht daarvan is te vinden op de website van RVO.
LTO: 'Deelname onmogelijk'
LTO reageert uitermate kritisch op de positieve woorden van Staghouwer richting de Kamer. „Het dreigt voor veel boeren onmogelijk te worden om deel te kunnen nemen aan het nieuwe GLB, dat in 2023 van start gaat. Om in aanmerking te komen voor de basisvergoeding moet aan een aantal nieuwe vereisten, de zogenoemde conditionaliteiten, worden voldaan."
De vereiste om 4 procent van het bouwland niet-productief te laten (GLMC8) en bufferstroken langs waterlopen aan te leggen (GLMC4), zijn moeilijk of zelfs niet toe te passen in de bedrijfsvoering voor met name telers en zijn de grootste bottleneck voor deelname aan het GLB, stelt de landbouworganisatie. LTO pleit voor meer mogelijkheden in de nieuwe eco-regeling en om van 2023 een 'leerjaar” te maken. Veel EU-lidstaten vragen in Brussel al om onderdelen van het nieuwe GLB later in te voeren gezien de complexiteit en enorme tijdsdruk. Boeren hebben behoefte aan snelle duidelijkheid want zij plannen nu hun bouwplannen voor dit najaar en 2023.
'Onacceptabel'
„LTO vindt het onacceptabel dat veel boeren en tuinders een jaar niet mee kunnen doen aan het GLB. We begrijpen dat de tijd kort is, en de materie complex. Maar onze boodschap is niet nieuw. Als de minister dit doorzet, is er sprake van onzorgvuldig beleid”, aldus Tineke de Vries, vakgroepvoorzitter Akkerbouw en Vollegrondsgroente bij LTO Nederland.
Tekst: Erik Kruisselbrink
Is als freelance vakbladredacteur van vele markten thuis.
Beeld: Susan Rexwinkel