
Slimme keuzes met groenbemesters de winter over

Volgens De Bruijckere is de teelt van groenbemesters over de winter heen goed te combineren met minder intensieve bodembewerking of NKG. Tijdens de telersbijeenkomst Proef de Dag in Nagele vroeg hij welke telers met NKG werkten en de groenbemester pas in het voorjaar vernietigden. Een teler gebruikte voor het doodmaken glyfosaat en werkte daarna twee maal met de rotorkopeg. De Bruijckere gaf tips over varianten, ook zonder doodspuiten.
Het tijdstip van inwerken moet de teler goed kiezen. Volgens de adviseur is de groenbemester een paraplu. Pas aan het eind van maart gaat hij meer verdampen dan dat er regen valt. Dan wordt de bodem droger en is de grond bekwaam om te bewerken. Eerder het land in gaan levert schade aan de structuur. Geduld is dus belangrijk.
Bij de keuze van de groenbemester kan de teler de gevoeligheid voor bodemplagen en insecten meewegen. ‘Zaai je later in het najaar, dan heb je minder emelten in de groenbemester. Toch is tijdig zaaien wel heel goed voor de onkruidonderdrukking en de organische stofproductie.’
Het te fijn maken van de groenbemester kan zuurvorming in de bodem veroorzaken. ‘Dat beperkt de kieming van onkruiden. Doe het daarom ook niet te kort voor het zaaien van het volgende gewas. Ook zijn de zuren funest voor het bodemleven.’ Verder kunnen groenbemesters waardplanten zijn van aaltjes of ander bodemplagen. Daarom kan het handig zijn om (samen met een adviseur) de juiste soorten te kiezen. Van Iperen heeft positieve ervaringen met mengsels. De Bruijckere adviseert telers bij hun keuze daarin. Mengsels speciaal voor NKG of voor stikstofvastlegging zijn mogelijkheden.
Verkleinen
Maak de groenbemester niet in een keer heel fijn, adviseert De Bruijckere. Hij is zelf enthousiast over de inzet van een schijveneg. Die verkleint wel, maar niet te veel. Het resultaat is een betere vertering en activering van het bodemleven. Niet alle zuren uit de groenbemesters komen dan tegelijk vrij. Frezen kan een alternatief zijn. Dat kost wel meer brandstof en onder nattere omstandigheden kan je, in zware grond, de bodem dichtsmeren.
Bij het klepelen in het voorjaar adviseert hij om grover of hoger te werken, om minder last van de zuren te krijgen en het grotere bodemleven te benutten bij de vertering. De rotorkopeg kan dienst doen om de groenbemesters te kneuzen en ‘de natuur de rest te laten doen’. Bij ploegen kan de teler een ketting in de hef gebruiken, die de groenbemester al vlak laat vallen en zo het inwerken gelijkmatiger maakt. Een andere keus is de Greencutter, waarna de wormen (pendelaars) hun werk kunnen doen.

Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes