Teler Wil Janssen zweert bij kiemregulator: ‘Mijn belangrijkste bespuiting in de teelt’
In het glooiende landschap aan de rand van het Limburgse Spaubeek runt de familie Janssen een gemengd landbouwbedrijf met tachtig stuks vleesvee en 55 hectare akker- en grasland. Het belangrijkste gewas binnen de akkerbouwtak is de aardappel. Deze teelt omvat veertien hectare van het ras Fontane, bestemd voor de fritesindustrie, en zesenhalve hectare tafelaardappelen van de rassen Solist en Jelly voor eigen afzet.
Solist is een vroeg ras en de halve hectare die Janssen hiervan teelt vertrekt rechtstreeks af land naar klanten in de regio. De twee andere rassen gaan in bewaring. Een belangrijk aandachtspunt is het in toom houden van de kieming. Janssen begint daar al mee tijdens het groeiseizoen. Hij heeft al enkele jaren op rij goede ervaringen met de kiemregulator Crown MH. “Echt, ik kan niet zonder dat middel. Het klinkt misschien reclameachtig, maar voor mij is het een onmisbare basis voor de kiemremming in bewaaraardappelen.”
Vroege toepassing geeft egalere eindsortering
Crown MH bevat de werkzame stof maleïne hydrazide. Deze zorgt ervoor dat de knollen al voor het inschuren een flinke rem op de kiemgroei in zich hebben. Daar hoort wel een belangrijke gebruiksaanwijzing bij, weet de teler: het juiste moment van toepassing. Voor bepaling daarvan kijkt teeltadviseur Joep Crijns van Agrea dikwijls over zijn schouder mee. “Het beste moment voor toepassing van Crown MH is zo’n vijf weken voor loofdoding, na de bloei van het gewas”, vertelt de specialist. Janssen vult aan dat hij Crown MH in het ras Jelly liefst al een week eerder inzet. “Ik heb gemerkt dat een vroege toepassing bij dit tafelras een egalere eindsortering geeft, en bovendien minder knollen uit de gewenste maat.”
Voldoende groei in gewas vereist
Waar het vooral om draait tijdens de toepassing van Crown MH is dat er nog voldoende groei in het gewas zit. Crijns: “Alleen dan is de opname van de werkzame stof optimaal.” Verder is het belangrijk om bij niet al te hoge temperaturen te spuiten. “In de ochtend of avond op een droog gewas is het beste”, geeft Janssen zelf aan. Daarna hoort het minstens nog tien uur droog te zijn voor een goede, volledige opname. De aardappelteler hanteert van het vloeibare, gebruiksvriendelijke middel de op het etiket aangegeven adviesdosering van elf liter per hectare.
Het toedienen van een kiemremmer in de veldperiode heeft nog een bijkomend voordeel, stipt Janssen aan. “Bij knollen die na het rooien op het land achterblijven, wordt de kieming ook onderdrukt”, licht hij toe. “Hierdoor heb je in het volgende seizoen duidelijk minder last van aardappelopslag.” Volgens hem is dat na de teelt van een ras als Jelly vrijwel nul; na Fontane groeit amper nog dertig procent van de achtergebleven knollen uit tot een opslagplant.
Lange doorwerking na eerste behandeling
De voornaamste reden voor de inzet van Crown MH is uiteraard de kiemonderdrukking tijdens bewaring. Het ras Jelly bewaart Janssen van begin oktober tot het moment waarop hij de eerste aardappelen van het vroege ras Solist kan oogsten. Meestal is dat begin juni. Dankzij de goede werking van het middel was er pas eind december een eerste behandeling met een kiemremmer in de schuur nodig. En ook daarna werkt Crown MH nog geruime tijd door, weet de teler uit ervaring. “De knollen blijven langer in rust en daardoor hoef je in de schuur minder vaak een kiemrembehandeling uit te voeren. In Jelly vindt tot eind mei slechts drie keer een behandeling plaats. In het fritesras Fontane was één schuurbehandeling in januari voldoende. Medio maart zijn deze uitgeschuurd, kerngezond en nog steeds kiemvrij afgeleverd. Dat is precies waarom ik Crown MH niet wil missen.”