Akkerbouwer Den Boer: ‘Het juiste loofdoodmiddel is onmisbaar in ons pootgoed’
Den Boer is er dit jaar al vroeg bij met de loofdoding in het pootgoedgewas. “Dat is het gevolg van een relatief vroege pootdatum en de gunstige groeiomstandigheden daarna”, licht hij toe. Beide hebben ervoor gezorgd dat in drie van de vijf rassen die hij teelt de knollen begin juli al aan de maat zijn. Het gaat dan om de Fontane, Arizona en Constance. In het weekend voor het doodspuitmoment is er nog een lekker buitje gevallen. Daardoor was het loof op dat moment nog iets vochtig. Om deze reden kiest hij ervoor de eerste behandeling voor loofdoding uit te voeren met Quickdown. Dat is ook het advies van zijn teeltadviseur Lein de Visser, werkzaam voor CZAV uit Wemeldinge. In een vochtig gewas moet je volgens hem beslist niet beginnen met klappen: “Dat geeft te veel kans op verspreiding van bacterieziek.”
Spuiten op dauwnat gewas
Als uitgelezen spuitmoment kiest Den Boer zoveel mogelijk voor vroeg in de cohtend, als het gewas nog iets dauwnat is. "Dan kun je de volgende dag al aan de toppen van het gewas het effect van de bespuiting zien”, spreekt de pootgoedteler na alweer drie jaar toepassing uit ervaring. “De dosering is altijd 0,8 liter per hectare. Hier gaat altijd nog twee liter minerale olie bij voor een optimale verdeling over blad en stengels.” Afhankelijk van de omstandigheden (“meestal is de vitaliteit van het gewas leidend”) spuit hij Quickdown met gemiddeld vierhonderd liter water per hectare.
Nagenoeg nul nagroei
Waar Den Boer en teeltadviseur De Visser ook nog even bij stilstaan is het juiste keuzemoment voor loofdoding in combinatie met bepaling van de gewenste maatsortering in een pootgoedgewas. Van Quickdown is bekend dat het loof na toepassing trager afsterft dan voorheen bij Reglone. De snelheid van afsterven is echter zeer afhankelijk van de weersomstandigheden en de groeifase van het pootgoedgewas, zo hebben ze ervaren. Den Boer: “In een nat seizoen moet je bij het bepalen van de gewenste eindsortering rekening houden met nog enkele dagen knolgroei na toepassing van Quickdown. Is het echter droog en is de groei al wat uit het gewas, dan is onze ervaring dat al na drie dagen alle leven uit het loof verdwenen is en je na een bespuiting nagenoeg nul nagroei van de knollen hebt.”
Niet te kort klappen
Ongeveer vijf dagen na de bespuiting is Den Boer met de loofklapper door het gewas gegaan. “Aandachtspunt daarbij is dat je niet te kort klapt”, benadrukt De Visser. “De stengel moet minimaal vijftien centimeter voor een goede werking van een eventueel nog navolgende bespuiting. Dat kan zowel weer 0,8 liter Quickdown met twee liter minerale zijn als één liter Spotlight per hectare.” De andere twee rassen, Agria en Lugano, hebben negen dagen later exact dezelfde behandeling voor de loofdoding gekregen, laat Den Boer weten.
Geen naveleindrot meer
Zowel de pootgoedteler als zijn adviseur onderstrepen tegelijkertijd dat met de komst van Quickdown het probleem naveleindrot definitief tot het verleden behoord. “Dat was altijd spannend bij de inzet van het inmiddels vervallen middel Reglone. Wat daarbij eveneens speelde is nagroei, waardoor je vaak nog een keer moest naspuiten en extra kans liep op virusbesmetting. Sinds Quickdown hebben we hier geen last meer van. Het is dan inmiddels ook een onmisbaar middel in ons pootgoed,” laat Den Boer tevreden weten.