Remkes: ‘Er is sprake van een diepe vertrouwenscrisis tussen overheid en boeren’
De onvrede heeft volgens Remkes onder andere te maken met gevoel van miskenning onder boeren dat zij al stevig stikstof hebben gereduceerd. Evenals met het zwalkend overheidsbeleid zoals het afschaffen van het melkquotum in 2015 en de invoering van het fosfaatrechtensysteem in 2017.
De onvrede is niet alleen terug te voeren op het afgelopen half jaar. Boeren in onzekerheid vragen zich af: wat is de toekomst van mijn bedrijf en kan ik nog wel zwarte cijfers schrijven? Dat is een terechte vraag, aldus Remkes.
„We hebben nog meer gesprekken met individuele boeren, met TBO’s en met ketenpartijen. Daarna nog een gesprek met overheden”, legde de gespreksleider het vervolg uit.
Versnelling
„Linksom of rechtsom moet de impasse worden doorbroken”, aldus Remkes. „We hebben eerst gepraat over hoe dit zo ver heeft kunnen komen, daarna over de inhoud. Alles zou op tafel moeten komen. Dat is ook gebeurd, zoals de problematiek van de PAS-melders en welke stikstofruimte er is. Als het gaat om het kaartje is uitvoerig gepraat wat communicatief fout is gegaan. Het kaartje is niet van dermate importantie dat de boer daar conclusies uit kan trekken. De wenselijkheid van sociaal-economische impactanalyse is ook op tafel gekomen. En dan niet alleen over stikstof, maar ook over de Kaderrichtlijn Water en het klimaat. Van depositie naar staat van natuur en emmissie. Dat is buiten het traject dat ik voorzit en zal aan de orde komen in een apart traject.”
Richting LNV is tijdens het gesprek de vraag gesteld om de versnelling van 2035 naar 2030 te onderbouwen. Remkes: „2030 is een politieke afspraak, maar inhoudelijke overtuiging speelt een rol. Veel meer accent op biologische activiteit wordt gehinderd door regelgeving, financiële instellingen en coöperaties. Hoe kun je dat uit de weg ruimen? Over innovaties bestaan geen verschil van opvatting. De technieken moeten wel bewezen en juridisch houdbaar zijn.”
Remkes geeft aan dat er een afspraak is gemaakt over een tweede gesprek, waarbij de losse eindjes besproken zullen worden.
Sfeer
De gespreksleider gaf aan dat hij aan tafel de sfeer heeft geproefd dat er over de onderwerpen die hij net noemde de wil er is om eruit te komen. Het was een constructief, goed gesprek. „Er zijn kritische noten gekraakt. Er is gesproken zonder meel in de mond. Het was een verkennend gesprek waarbij de posities van de verschillende partijen zijn besproken. Dat er een vervolggesprek komt, is logisch. Het doel was om de kou uit de lucht te nemen. Het huiswerk wordt nu gemaakt, maar het is nog te vroeg om daarover conclusies te trekken.”
Remkes weet niet of het kabinet ruimte biedt om aan de stikstofplannen te sleutelen. Wat innovatie betreft is er duidelijk wel ruimte.
De bedoeling is dat er structureel tussen de agrarische sector en de politieke leiding het gesprek wordt aangegaan. De sfeer moet dan onstaan dat ze met iets positiefs naar huis moeten kunnen. Organisaties zijn volgens Remkes bereid om terug te komen. LTO zal dit delen. Remkes vindt het wensenlijk dat andere partijen nog aansluiten.
LTO: Wat er nu ligt is te weinig
Het gesprek was stevig en zwaar, laat LTO Nederland-voorzitter Sjaak van der Tak in een eerste reactie weten. Het belangrijkste volgens hem is dat er beweging is gekomen voor de PAS-melders en de KDW. „Maar wat er nu ligt, is te weinig. We kunnen het gesprek niet voortzetten. Het is een enorme opgave voor onze boerengezinnen. Voor nu is het klaar. De bal ligt bij het kabinet. Het is aan hen om de vertrouwensbreuk te herstellen en met oplossingen voor de boeren te komen.”
De LTO-voorzitter geeft aan dat hij nu eerst de achterban gaat inlichten.
Rutte houdt vast aan reductiedoelstelling
Premier Mark Rutte vat het gesprek samen als open met veel emotie. „We hebben het stikstofkaartje besproken. Het heeft tot veel verwarring en spanning onder boeren geleid. Deze misverstanden trekken we ons aan. We willen boeren, waaronder de PAS-melders, zo snel mogelijk duidelijkheid geven. Daarnaast hebben we gesproken over innovaties. We moeten gebruik maken van de grote creativiteit in de boerensector om de stikstofemissie terug te dringen.”
Volgens Rutte zijn er afspraken gemaakt voor twee vervolggesprekken. Deze gesprekken zijn volgens hem cruciaal. „Het kaartje laat de feitelijke situatie zien. Daar is door ons niet goed over gecommuniceerd. Boeren hoeven met de doelstellingen niet individueel aan de slag.”
De reductiedoelstelling van 50 procent is belangrijk, benadrukt Rutte. Daarmee geeft hij aan dat het kabinet niet van plan is om de deadline van 2030 op te schuiven naar 2035. „We gaan hierover, als coalitie, niet terug naar de onderhandelingstafel.”
Van der Wal: Snelheid stikstofaanpak is belangrijk
Stikstofminister Christianne van der Wal kijkt terug op een, in haar woorden, open en indringend gesprek. „Ik heb het gevoel dat we dichter bij elkaar zijn gekomen. We hebben afspraken gemaakt om in een vervolggesprekk de tegemoetkoming van de PAS-melders en de reductiedoelstelling van 2030 toe te lichten. Dit jaartal is een onderdeel van het coalitieakkoord en het kabinet is van mening dat het nodig is. Daarnaast is door rechterlijke uitspraken snelheid van de stikstofaanpak echt belangrijk. Dit ga ik nog toelichten en breed delen.”
De minister geeft aan dat zij zich realiseert dat er een enorme opgave ligt voor de landbouw, niet alleen op het gebied van stikstof maar ook op het gebied van waterkwaliteit en klimaat. „Wat is er nodig om te helpen? Daarover wil ik het gesprek voeren. Het liefst doe ik dat aan de keukentafel.”
Het stikstofkaartje dat het kabinet op 10 juni presenteerde, was volgens Van der Wal nodig om de gebiedsprocessen in gang te zetten. Deze moet uiteindelijk volgens haar de kwaliteit van de natuur verbeteren. De aanpak verandert wel. „We willen minder nadruk op depositie en meer gaan kijken naar het terugdringen van emissie. Tevens willen we meer gaan meten. Dat is het huiswerk dat we vandaag hebben meegekregen. Dit huiswerk pakken we samen met de boeren op.”
Volgens de minister is het niet helemaal mogelijk om de KDW los te laten. „Dit instrument is technisch en juridisch leidend.”
Van der Wal benadrukt om vooral met elkaar in gesprek te gaan. „Ik wil alle boeren oproepen: in Nederland voeren we het gesprek. Dat hebben we hier vanmiddag gedaan. Ik hoop dat de boeren de rust hebben om even af te wachten.”
Staghouwer: nieuwe perspectiefbrief komt begin september
Landbouwminister Henk Staghouwer geeft na afloop van het gesprek aan dat er gesproken is over hoe je ervoor zorgt dat innovatie een goede plek heeft. „We moeten duidelijk hebben hoe we om willen gaan met emissies. Dit vergt nadere verdieping. We hebben vandaag afspraken gemaakt hoe we dit proces aanpakken.”
Staghouwer komt begin september met een nieuwe brief waarin hij het toekomstperspectief van de Nederlandse agarische sector schetst. „De vanmiddag op tafel gekomen ingrediënten die in brief staan, bieden uitstekend mogelijkheden voor de landbouw”, gaf hij na afloop van het gesprek aan.
Hij hoopt dat de start van de gesprekken de boerenprotesten wat minder laat worden.
Boerennatuur mist gebaar van overheid naar de sector
Alex Datema van Boerennatuur was ook bij het gesprek aanwezig. Hij vond het bijzonder dat hij met drie ministers en de premier aan tafel mocht zitten over iets wat puur landbouw is. „We hebben een goed gesprek gehad, maar of we echt stappen hebben gezet en of dit voldoende is voor de boeren thuis, daar twijfel ik aan. We hebben te maken met een vertrouwenscrisis. Een echt gebaar naar de sector heb ik gemist in dit gesprek. Ik ben benieuwd of het kabinet zich over dat gebaar nog gaat beraden en met iets komt. Het gaat over meer dan stikstof. Het gaat ook over klimaat, water en biodiversiteit. In die brede zin moeten we ook naar oplossingen zoeken, anders staan we hier over een jaar weer.”
Demeter: Biologische sector groeit als enige
Bert van Ruitenbeek van stichting Demeter vond het gesprek best positief. „Het is voor ons uniek om met het halve kabinet van gedachte te wisselen. Er is echt iets aan de hand op gebied van klimaatverandering. De biodynamische boeren hebben lang geleden al een andere afslag genomen, waarbij we het anders zijn gaan doen. De ruimte was er om daarover van gedachte te wisselen. Dat er ruimte is voor dat geluid is winst.”
Landbouw moet zorgen voor gezond voedsel, maar ook voor een gezond landschap, volgens van Ruitenbeek. „We kunnen natuurinclusief boeren. Dat tonen veel pioniers aan. De rol van de agro-industrie wordt dan kleiner, maar ik denk ook dat dat moet. De enige groep die nog groeit binnen de boerensector zijn de biologische en biologisch dynamische boeren. Nederland betrekt veel landbouwgrond dat je ook voor andere doelen kan gebruiken dan voor veevoer. Dat exporteren we. Het zijn vaak de boeren die zich op hun eigen regio richten die zorgen voor voedselzekerheid. We zijn een polderland. Het is goed om met elkaar in gesprek te zijn. Dat de plannen spanning oproepen, is heel goed te begrijpen, maar het geeft geen zin om boos te blijven roepen.”
Tekst: Guus Daamen
Als zoon van een fruitteler opgegroeid tussen de appelbomen in Gelderland. Tijdens mijn master Journalistiek aan de Vrije Universiteit in Amsterdam mij verder gespecialiseerd in politiek. Schrijft voor Agrio voornamelijk over Politiek en Beleid. Luistert, vraagt en onderzoekt. Andere passie: sport.
Tekst: Bas Lageschaar
Bas Lageschaar groeide op tussen de weilanden in de Achterhoek. Daardoor had hij altijd al belangstelling voor de agrarische sector. Voor Agrio zit hij in de redactie politiek en beleid. Bas volgt het laatste (regionale) nieuws op de voet en schrijft voor de regionale websites en verschillende printuitgaven.
Tekst: Stefan Buning
Geboren en getogen op een melkveebedrijf in de Achterhoek. Sinds 1998 werkzaam als redacteur bij Agrio. Als chef Melkvee is hij samen met zijn team verantwoordelijk voor het kritisch volgen van alles wat er in en om de melkveehouderij in Nederland gebeurt.
Beeld: Bas Lageschaar