Sporenelementen essentieel bij de teelt van aardappelen

Voor planten zijn een aantal (dertien) voedingselementen onmisbaar voor een ongestoorde groei. Deze elementen zijn onder te verdelen in de hoofdelementen stikstof (N), fosfaat (P) en kali (K). Akker- en tuinbouwgewassen in de open teelt nemen hier volgens CropSolutions gemiddeld tussen de 40 en 400 kilo per hectare van op. Verder zijn de secundaire voedingselementen van belang: calcium, magnesium, zwavel en natrium. Daarvan ligt de opname bij Nederlandse opbrengstniveaus tussen de 25 en 100 kilo per hectare. Ook sporenelementen zijn onmisbaar voor de diverse gewassen. In een tekortsituatie zorgt dat voor een lagere opbrengst en/of kwaliteitsproblemen. De gewasopname van sporenelementen is gemiddeld minder dan 1 kilo per hectare. Molybdeen is het minst behoeftige element.

IJzer en borium

IJzer en borium zijn de meest aanwezige elementen en vertonen daarmee ook de grootste behoefte. Daarbij is sprake van een enorme spreiding over de gewassen. Zelfs per ras kan de behoefte en gevoeligheid sterk verschillen. Behoefte gaat over de hoeveelheid die een plant in optimale omstandigheden opneemt. Of een ras gevoelig is voor een ijzer- en/of boriumgebrek, is afhankelijk van de schade die het doet.

Innovator

Bijvoorbeeld bij aardappelen is bekend dat een ras als Innovator niet meer borium nodig heeft dan andere rassen, maar het is er wel veel gevoeliger voor. Zo zorgt een boriumtekort bij de Innovator voor meer groeiremming dan in menig ander ras. Sommige gewassen en aardappelrassen zijn gevoeliger voor een tekort aan calcium. Dit leidt vaak tot kwaliteits- en bewaarproblemen.

Gewasstadiums

Volgens CropSolutions hebben gewassen in diverse gewasstadiums behoefte aan een specifiek sporenelement. Zo luistert bij aardappelen de hoeveelheid borium bijvoorbeeld vroeg in de teelt en rond de bloei erg nauw. De mangaanbehoefte is bij de aardappelplant het grootst in de vegetatieve groei.

Blad- en bodemanalyses

Indien vooraf bekend is of een bepaalde teelt behoeftig danwel gevoelig is, adviseert CropSolutions hier met de bemesting in een specifiek gewasstadium rekening mee te houden. Voor sporenelementen worden vaak bladbespuitingen ingezet. Hiervoor zijn specifieke (veelal vloeibare) bladmeststoffen beschikbaar. Daarbij wijst CropSolutions naar bijvoorbeeld Foliplus Borium of Foliplus. Zink zal snel en met hoge efficiëntie borium en zink leveren aan de plant. Blad- en bodemanalyses, zoals de Bijmestmonitoring van Eurofins, kunnen de teler ondersteunen in hun toepassing.

Ongunstig tijdstip

Voor situaties waarin behoefte, gevoeligheid en tijdstip van inzet minder goed zijn te voorzien, adviseert CropSolutions om Solufert Micro in te zetten. Dit is een zeer goed in water oplosbare meststof met daarin alle sporenelementen in de juiste verhouding. Daarnaast bevat het ook stikstof, kali, magnesium en zwavel. Solufert Micro is zacht op het blad (natriumvrij) en uitstekend opneembaar (sporen in chelaatvorm). Met een regelmatige bespuiting met een interval van zeven tot veertien dagen in een dosering van twee tot zes kilo per hectare, wordt het gewas voorzien van alle noodzakelijke sporenelementen. Door de afwezigheid van fosfaat en calcium is een probleemloze menging mogelijk in de tankmix.

Samenwerkingsverband

CropSolutions is een samenwerkingsverband waarbinnen ruim 130 adviseurs werkzaam zijn en kennis met elkaar delen. Binnen CropSolutions werken samen de bedrijven: Agriant, Agrea, AgruniekRijnvallei, CAV Agrotheek, CLTV Zundert, CZAV, Heyboer, ABZ De Samenwerking en Vitelia Agrocultuur.