Problemen in uien: Fusarium overal aanwezig, pinkroot in de NOP
We horen veel handelaren klagen over fusarium, zegt Jaap Jonker van De Groot en Slot. „Tijdens de Uiendag in Zeeland hoorde ik het, maar ik zie en hoor het ook in Noord-Holland en Flevoland.”
Knelpunt
Het is één van de grootste knelpunten in de Nederlandse uienteelt geworden. De bodemschimmel kan enkele jaren overleven. De omstandigheden waren dit jaar heel gunstig voor de fusariumschimmel. De optimale bodemtemperatuur voor de ziekte ligt rond de 25 graden. In combinatie met vocht (beregenen) slaat de schimmel toe. Fusarium kan tot problemen leiden in het veld (minder opname water en voedingsstoffen of uitval en verwelking) of tijdens de opslag van de uien.
De aantastingen leiden tot onzekerheid bij telers: wel of niet meer rooien? Jonker adviseert de telers om gezien het huidige droge weer de uien zeker te rooien en wat langer in het zwad te laten liggen, zodat de door Fusarium aangetaste uien kunnen wegrotten voor de oogst wordt geladen. Jonker: „Laat ze maar een week op het land. Dit jaar kan dat.” Hij verwacht dat late aantastingen de meeste problemen gaan geven in de bewaring.
Pinkroot
Heel veel percelen in de Noordoostpolder hebben dit jaar problemen met pinkroot. „Als je een rondje door de polder rijdt, hoef je niet te zoeken naar aangetaste percelen.” Alleen op de opdrachtige grond rond Creil lijken de problemen mee te vallen.
De tekst gaat verder onder de foto
Wat volgens Jonker opvalt is dat op de gronden waar van oudsher de eerste problemen met Fusarium waren nu ook als eerste pinkroot wordt gevonden. De optimale ontwikkelingstemperatuur is tussen de 25 en 30°C. Jonker adviseert telers dan ook de uien koel te houden. „Regelmatig beregenen, het is een hitteschimmel.”
Ruime rotatie
De schimmel blijft in de grond achter in de vorm van rustsporen of in plantenresten van een van de vele waardplanten. Een ruime rotatie is het advies, maar daarmee zijn besmettingen niet uit te sluiten. „De schimmel is latent aanwezig in de bodem. Het wil niet zeggen dat iemand met een rotatie van 1:4 er meer last van heeft met iemand die 1:6 of 1:8 aanhoudt.” Verder is het raadzaam op licht tot matig besmette velden alleen rassen te telen met resistentie of hoge tolerantie.
Planten met een zware pinkrootaantasting zien er uit alsof ze last hebben van droogte of een gebreksziekte. De wortels van aangetaste bollen kleuren eerst lichtroze. Naarmate de aantasting vordert, wordt de kleur steeds intenser en verandert deze van roze naar rood tot donkerpaars. Vervolgens sterft en verschrompelen de wortels. Bij een zware aantasting blijven er weinig of geen wortels meer over en blijft de plant achter in groei en opbrengst. Pinkroot gaat in tegenstelling tot Fusarium niet door in de bewaring.