‘Passende en zo licht mogelijke grondbewerking per gewas’
„Op klei nemen we meer soorten schimmels, bacteriën, loopkevers en wormen waar bij niet-kerende grondbewerking. Meer biodiversiteit dus”, zegt Van Balen. De WUR-onderzoeker is vooral een voorstander van minder intensief bewerken. In het geval van een volgteelt als uien, peen, kruiden of bloembollen, kan hij er goed inkomen dat telers het onkruid ondiep willen onderstoppen. „Granen en koolzaad kunnen beter overweg met NKG. Kies dus de passende grondbewerking bij het gewas.”
Hijmans kijkt met zijn regeneratieve landbouwsystemen naar de aanpak in andere landen, zoals in Amerika wel toegepast wordt. „Je kunt bijvoorbeeld in een gerststoppel directzaai toepassen van een groenbemester. Met een beetje geduld zul je zien dat het goed komt. Wij deden het met een mengsel van DSV, SolaRigol. Het kwam wat trager op gang, maar toen het eenmaal aan de gang was, wilde DSV er zelfs graag foto’s van nemen, zo mooi stond het.”
Directzaai
Hijmans heeft een zaaimachine voor directzaai bij zich om direct in de graanstoppel te werken. Je kunt een groenbemester een tijdje voor de zaai van het volggewas rollen en dan er weer in zaaien. Hijmans: „Dat kan, mits de groenbemester schoon is.”
Hijmans en Van Balen stellen dat het belangrijk is om over een langere periode een functionele en levende bodem op te bouwen. Van Balen: „Je zou in de eerste jaren de grond na de oogst nog wat kunnen lostrekken. Op zand moet je zeker blijven monitoren op een verdichte laag.”
In Amerika kiezen telers er wel voor om eens in de paar jaar wat intensiever te bewerken. Hijmans: „Ze ploegen bijvoorbeeld eens in de vijf jaar ondiep. Het hangt van de omstandigheden af en de grond moet binnen een systeem met NKG natuurlijk niet stukgereden zijn. De Amerikanen zeggen overigens vaak dat de wortels de grondbewerking doen.”
IJzer
Van Balen zegt dat de intensiviteit van grondbewerking lager kan zijn, maar dat er evenwel goede machines en werktuigen nodig zijn. „Je krijgt niet minder ijzer in de schuur.” Hijmans raadt aan om een kloppend systeem samen te stellen voor de eigen omstandigheden. Hij heeft er in Nederland op zowel klei als zand goede ervaringen mee. „De juiste keuze van groenbemesters is belangrijk. Ik denk dat dit liefst mengsels zijn. Als daar ongeschikte soorten in zitten, die aaltjes vermeerderen, dan moet je zelf mengsels gaan samenstellen. Dat kan steeds beter.”
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes