Rassenkeuze binnen ICM: halveren middelengebruik soms mogelijk
Binnen de strategie passen selectieve en op de juiste tijd ingezette gewasbeschermngsmiddelen, zeiden beide deskundigen tijdens de themadag Plant- en Bodemgezondheid in Valthermond.
Aardappelhandelshuis HZPC werkt aan resistenties tegen virussen en phytophthora. Boomsma zegt dat, zeker bij enkelvoudige resistentiegenen, resistentiemanagement met fungiciden tegen phytophthora noodzaak is. „Met beslissingsondersteunende systemen en resistenties in de aardappelen kunnen we het middelengebruik halveren”, verwacht zij. In de veredeling op phytophthoraresistentie beschikken de veredelaars over zeven resistentiegenen, die te stapelen zijn in nieuwe rassen.
Suikerbieten
Evenhuis belicht de suikerbietenrassen: „We beoordelen dit in Vredepeel in bouwplanverband onder de voorwaarden van 2030. Dan willen we een reductie met 50 procent in middelen hebben en geen risicovolle gewasbeschermingsmiddelen meer gebruiken. Bij bladvlekken in suikerbieten werd vroeger niets gedaan, nu spuiten we vaak wel vijf keer.”
Evenhuis constateert dat er resistenties ontstaan zijn tegen de fungiciden die gebruikt worden in bieten en dat er geen nieuwe werkzame stoffen in de pijplijn zitten als de werkzaamheid van de bestaande middelen onvoldoende wordt of als er vervanging nodig is voor de meest milieubelastende stoffen. De geïntegreerde aanpak met beperking van middelen, goed monitoren en spuitmomenten kiezen en inzet van het weerbaarheidverhogende product Charge zijn de mogelijkheden nu.
Uien
Bij uien is valse meeldauw, zelfs bij goede geïntegreerde teeltaanpak, een uitdaging, stelt Evenhuis. Als de bestrijding van, nu zeven of acht maal, naar de helft terug moet, zal daar zeker een stuk vakmanschap nodig zijn, zegt hij. „Er zijn resistente rassen, maar dat is allemaal gebaseerd op maar één gen. Dat gen beschermt niet meer genoeg. Je kunt daarom beter spreken van een robuust ras dan van resistentie. De vraag is dan of dit een incidentele doorbraak was of dat het zo blijft.”
In de uien zal het gebruik van waarschuwingssystemen van belang zijn. Evenhuis: „Bij valse meeldauw in uien zie je dat de ontwikkeling redelijk gevoelig is voor veranderingen in het weer. We hopen kennis daarvan in vervolgonderzoek met Uireka uit te breiden. Met een robuust ras, vier keer spuiten en een goed beslissingsondersteunend systeem krijgen we het dan voor elkaar met de valse meeldauw.”
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes