Op zand- en lössgrond met ingang van 1 januari 2023 een rotatieplicht met rustgewassen van 1:4
Drie belangrijke wijzigingen in het gebruik van meststoffen en rustgewassen
Het ontwerpbesluit bevat drie belangrijke wijzigingen over het verschuiven van de mestuitrijdperiodes en de introductie van een verplichte gewasrotatie met rustgewassen op zand- en lössgrond.
Langer vaste stromest uitrijden
Het uitrijdseizoen voor vaste stromest op zand- en lössgrond verschuift één maand. Met ingang van 1 januari 2023 mag gras- en bouwland van 1 januari tot en met 1 september voorzien worden van vaste stromest. De minister schrijft in haar brief dat het verlengen van de uitrijdperiode een positief effect heeft op de bodemkwaliteit en de insectenbeschikbaarheid voor weidevogels. De Technische Commissie Bodem onderzocht ook de mogelijkheden het uitrijdseizoen te verlengen tot en met 1 oktober, maar kwam tot de conclusie dat het verlengen van het uitrijdseizoen in het najaar het risico op uitspoeling van nutriënten vergroot.
Minder tijd voor uitrijden drijfmest en vloeibaar zuiveringsslib
Het uitrijdseizoen voor drijfmest en vloeibaar zuiveringsslib op bouwland op zand- en lössgrond is één maand ingekort en loopt met ingang van 1 januari van 16 maart tot en met 31 juli. Met het inkorten van het uitrijdseizoen wil de minister ervoor zorgen dat de tijd tussen bemesten en inzaaien zo klein mogelijk is, waardoor het risico op uitspoeling afneemt. Gewassen die vanwege hun fysiologische ontwikkeling voor 16 maart bemest moet worden, zijn uitgezonderd van het uitrijdverbod van 16 februari tot en met 15 maart. Het gaat hier om gewassen als boerenkool, aardappelen, granen, en broccoli. Voor boeren die eerder bemesten, geldt een informatieplichting.
Verplichte gewasrotatie met rustgewassen
Op alle percelen landbouwgrond op zand- en lössgrond gaat met ingang van 1 januari 2023 een rotatieplicht met rustgewassen gelden van 1:4. Deze maatregel komt voort uit de eerste pijler van het zevende actieprogramma die gericht is op een transitie naar duurzame bouwplannen. Daarbij gaat het om bouwplannen waar (blijvend) grasland, rustgewassen en vanggewassen een substantieel deel van uit maken. Zij zorgen voor een betere bodemkwaliteit en dragen daarmee bij aan een betere waterkwaliteit en leveren tevens een bijdrage aan klimaatadaptatie, klimaatmitigatie en biodiversiteit. De verplichting voor een rotatie van 1:4 geldt ook bij grondruil of pachten.
De maatregel kent twee uitzonderingen: teelten die langer duren dan de rotatieperiode en de teelt van biologische gewassen.
De lijst met rustgewassen verschilt van de lijst met rustgewassen in het GLB, omdat de lijst anders tot stand is gekomen.
In de Nota van Toelichting staat uitgebreid beschreven welke effecten de aanpassingen hebben op het bedrijfsleven, de uitvoerbaarheids- en handhaafbaarheidstoetsen, de verwachte milieueffecten, de uitkomsten uit de consultatie, de datum van inwerkingtreding en vast verandermomenten.
Tekst: Hermien van der Aa
Woont en werkt op een melkveebedrijf in Hernen met als neventakken educatie en zorglandbouw. Sinds 2020 parttime redacteur melkvee bij Agrio, waar ze hoofdzakelijk schrijft voor de website melkvee.nl, het vakblad Melkvee en de regiobladen
Beeld: Ellen Meinen
Bron: Tweede Kamer