Mijn Keus: Prins koopt 'eigen' uienlader
Jeffrey Prins en Mark Selles (Smilde, DR) zijn vrienden. En op een goede zaterdagavond gaf Mark, eigenaar van een mechanisatiebedrijf, aan dat hij wel wat in machineconstructie wilde. Nu heeft Jeffrey, samen met zijn vader en oom, een akkerbouwbedrijf waarop de teelt van uien sterk in opkomst is. „Willen wij hier meedoen met de grote traditionele uiengebieden, dan moeten we erg insteken op kwaliteit.”
Flink doorrijden
Prins heeft daar zijn ideeën over. Onder andere over het laden. Hij laadt nu met een omgebouwde Grimme aardappelrooier. „Dat gaat goed en is vrijwel overal de praktijk. Maar het blijft in de kern een aardappelrooier.” Jeffrey heeft met name zijn bedenkingen bij de weg die de ui aflegt, de zeefcapaciteit van de rooier/lader en de transportband naar de kipper. „Daarbij moeten wij met een enkelzwadslader goed ons best doen om binnen het uur een vrachtwagen vol te rijden. Dat is haast te lang.”
Om toch de auto’s enigszins binnen de tijd te laden, wordt er vaak flink doorgereden, is de ervaring van Prins. Dat is niet bevorderlijk voor de uien. Om deze reden adviseerde hij Mark om een tweezwadslader te maken. Natuurlijk zou een eenzwadslader op een driemeterbed ook kunnen. „Maar de praktijk laat nog veel 1,50 meter bedden zien. Daar gaat mijn voorkeur ook naar uit in verband met het drogen. De uien liggen haast over het hele bed.”
Enthousiast
Selles heeft een kennis, Gerben Reitsema van Tekzo-Ingenieursbureau, met wie hij onder de naam Fectus de ontwikkeling van de uienlader ter hand neemt. Gerben zet alle ideeën van Jeffrey en Marc om in 3D-tekeningen. Gezamenlijk bekijken ze de huidige machine van Jeffrey, veranderen ze de schetsen en passen ze het ontwerp steeds aan. Het is dan winter 2021/2022. Jeffrey wordt zo enthousiast dat hij de machine eigenlijk zelf wel wil hebben. Wat uiteindelijk ook gebeurt. De twee komen een prijs overeen en bouwen verder aan de uienlader voor Prins.
Afgelopen augustus ging de lader voor het eerst het veld in. Een spannend moment. Jeffrey: „Gerben had gezegd: het werkt. Maar dat is de theorie. In de praktijk bleek gelukkig dat hij gelijk had.” Prins laadde zijn 25 hectare uien. Zoals te verwachten kwamen wat aandachtspunten naar voren. „Verbeteringen aan de opvoerband en de egelband bleken nodig en de hele wagen stond te laag op de banden.”
Geen stress
Omdat de lader echt een gezamenlijk project is geworden, schiet Prins van alle problemen niet helemaal in de stress. „Ik had gelukkig ook mijn oude lader nog achter de hand, maar die hebben we niet nodig gehad.” Deze winter gaat de nieuwe lader terug naar Selles en worden nog aanpassingen gedaan. Prins heeft er vertrouwen in. „Een machine die vorig jaar alleen nog op de tekentafel bestond die zijn eerste seizoen zó draait, dat wordt een succes.”
Selles Agrotechniek
Capaciteit, makkelijk in onderhoud, een lage opvoerhoek en ui-vriendelijk. Mark Selles herinnert zich de wensen van Jeffrey nog precies. Het werd een dubbelzwadslader, gebouwd rond een monoframe. „Dat maakt de machine goed toegankelijk voor onderhoud, is minder zwaar én minder breed.” Hij wijst op nog een paar bijzondere details. Zoals de kleine rol van de eindeloze graafmatten. Dit komt het oprapen van de uien ten goede.
Een grote rol zit juist aan het einde van de opvoerband. „Dit maakt de omtreksnelheid lager waardoor de uien met een lagere snelheid van de band in de kipper komen. Ze worden niet meer gelanceerd.” Meest in het oog springend zijn echter de gele sterren die over de hele machinelengte te zien zijn. Ze houden de looprollen van de matten op hun plaats. „Met drie bouten losdraaien zijn ze te verwijderen en kan de looprol vervangen worden. Erg efficiënt dus.” Zo kan bijvoorbeeld ook het voorste deel van de machine worden losgehaald om snel bij de graafmat te kunnen komen.
De Fectus, zoals Selles zijn lader noemt, kent nog meer doordachte, praktijkgerichte details. Die zijn bijvoorbeeld te vinden in de rubber aandrijfelementen, de vlakstelling, de besturing, het type assen en het hydrauliekwarmte-management.
Prijs
De eerste inzet bij Prins ging goed. „Natuurlijk zijn er verbeterpunten, daar werken we de komende weken aan.” Selles is wel van plan met de uienlader door te gaan. Het monoconcept blijft daarbij uitgangspunt, ook voor een eventuele enkelzwadslader. Alle machines wil hij op bestelling gaan bouwen. En de prijs? „Een klantspecifieke machine krijgt een klantspecifieke prijs.”
Tekst: Arie Coster
Startte na ‘Dronten-Landbouwtechniek’ bij een landbouwmachinefabrikant. Ging door in journalistiek, speciaal onderwijs en coaching. Schrijft nu bij Agrio over Mechanisatie.
Beeld: Selles Agrotechniek