Toelating Batavia stopt: alternatief wordt niet eenvoudig
Bayer Crop Science kondigde in 2021 aan te stoppen met Batavia. „Het niet indienen van een verlengingsaanvraag was niet gebaseerd op enige verandering in het veiligheidsprofiel van spirotetramat, de werkzame stof in Batavia en Movento, maar op het gebrek aan voorspelbaarheid van het EU-toelatingsproces. Ook het toenemende voorzorgskarakter van het op gevaar gebaseerde evaluatiesysteem speelde een belangrijke rol”, zegt Jan Cees Bron van Bayer.
Bron verwacht een uitdaging voor vele teelten: „We denken dat het wegvallen van spirotetramat een uitdaging gaat vormen voor de teelt van diverse vollegrondsgroenten, zoals de bestrijding van luis in sla en bladgroenten. Ook in de koolgewassen wordt het tegengaan van koolwittevlieg en luizen lastiger. Een 1-op-1-opvolger hebben we helaas nog niet. Wel zijn tegen luizen Sivanto en tegen trips Flipper een geschikt alternatief.”
Bieten
Net als het middel Closer, dat per mei 2023 door de Europese Unie verboden wordt, kreeg Batavia voor 2022 van het ministerie van LNV een vrijstelling voor gebruik tegen bladluizen in de bietenteelt. Deze vrijstellingen golden van 1 april tot 15 juli 2022. Het is nog onzeker hoe dit de komende drie jaar gaat lopen.
Volgens Jurgen Maassen van bieteninstituut IRS is er ook geen 1-op-1-alternatief voor Batavia in bieten: „Wij kijken volop naar verschillende alternatieven, zowel chemische als biologische”, aldus Maassen. „Je kan bijvoorbeeld ook denken aan natuurlijke vijanden, en de omstandigheden hiervoor rond het perceel optimaliseren. Er is kortom niet één alternatief, het zal een combinatie van middelen en methodes zijn. Dat zijn we nu volop aan het onderzoeken.”
Wortelen en tulpen
Ook Mark Ermers van Cebeco Agro voorziet de komende jaren grote problemen voor meerdere teelten. „Voor de onbedekte slateelt is het wegvallen van Batavia eigenlijk de doodsteek”, aldus Ermers. „Met Sivanto Prime blijft er maar één systemisch middel over dat telers één keer per jaar mogen gebruiken. Bij twee of drie teelten in het seizoen is dat veel te weinig om een plaag effectief te kunnen beheersen.”
Daar blijft het volgens Ermers niet bij: „In wortelen zien we de laatste jaren een flinke toename van wollige wortelluis, die in juni in de bodem kruipt en de witte waslaag op de haarwortels vormt. Deze plaag was uitermate goed te beheersen met spirotetramat. Hetzelfde geldt voor galmijt in tulpen. Ook hier bood spirotetramat in de vorm van Batavia en Movento een hele goede beheersing met goede resultaten in de bewaring.”
Minder effectieve middelen
Ermers maakt zich grote zorgen, omdat het wegvallen van Batavia door gebrek aan een goed alternatief volgens hem waarschijnlijk gaat zorgen voor meer mislukte teelten en juist averechts gaat werken qua milieudruk: „Doordat er niet één goed alternatief is, zijn telers mogelijk aangewezen op grotere hoeveelheden van meerdere, andere middelen die minder effectief zijn. Hierdoor neemt ook de resistentiedruk op deze middelen onverantwoord toe.”
De ontwikkeling richting nog meer geïntegreerde gewasbescherming vindt Ermers op zich helemaal niet verkeerd. „Het is heel belangrijk om meer te leren over hoe ziekten en plagen werken en dat praktisch toe te passen. En het is ook belangrijk om daar nog een stapje harder in te lopen, maar de teler heeft daarvoor wel voldoende breed werkzame middelen nodig.”