Stikstofefficiënter op boerengevoel en precisie
Tielen was een van de sprekers op het webinar rond stikstofefficiëntie van De Commissie Bemesting Akkerbouw Vollegrondsgroenten. Precisie draait volgens Tielen om techniek en tijdstip. Soms werkt plaatsing in de wortelzone ook bij verhoging van de efficiëntie, zei Romke Postma, van het Nutriënten Management Instituut bij hetzelfde webinar. „Ik heb het dan over plaatsen in de rij bij gewassen met een beperkt wortelstelsel”, aldus Postma.
Bij de verhoging van de stikstofefficiëntie met precisielandbouw richt het onderzoek zich meer op maatwerk per regio, zegt Tielen. In de tweede termijn van het landelijke programma voor precisielandbouw (NPPL2), die loopt tot in 2025, staat de regio centraal. Tielen verwacht dat er besparingen in stikstof mogelijk zijn door een basisgift aan het begin van het seizoen te geven aan gewassen als aardappel, graan en grasland en dan later op maat bij te geven met precisietechniek.
Op de Boerderij van de Toekomst in Lelystad splitsten de onderzoekers de bemesting in een basis van tweederde bij het poten en later de resterende derde plaatsspecifiek te geven. De teler kan de behoefte inschatten op basis van de ervaring op de percelen. „Bij het realistisch neerzetten van de streefopbrengst is boerengevoel belangrijk”, zegt Tielen.
Bemonsteren kan bijdragen aan een goede bepaling van de nog aanwezige stikstof. Soms kan een gewas door droogte de beschikbare stikstof niet opnemen en is er, tegelijk met achterblijvende groei, gewoon nog genoeg beschikbaar in de bodem.
Volgens Postma zullen circulaire meststoffen bijdragen aan de stikstofvoorziening. Sommige van deze meststoffen en bodemverbeteraars werken praktisch met dezelfde werkingscoëfficiënt als kunstmest. Zo kan uit dierlijke mest een op kunstmest lijkende meststof gemaakt worden, renure. „Circulair is alles met herwonnen nutriënten. Composten leveren stikstofwerkingscoëfficiënten tussen de 10 en 15 procent, voor varkensdrijfmest en mineralenconcentraten hebben een werking van 75 tot 90 procent, spuiwater en sommige andere circulaire kunstmesten kunnen dicht op de 100 procent zitten, net als kunstmest.”
Keuze
Stem je keuze af op de situatie, adviseert Postma. Hij wijst op de verschillende doelen die de akkerbouwer heeft met de mest. Soms is dat direct beschikbare stikstof, maar voor verhoging van de organische stof in de grond, zal het meer voor de hand liggen om stugge en stabielere reststromen te gebruiken.
In de komende jaren verwachten de deskundigen dat de beschikbaarheid van reststromen en dierlijke mest kan veranderen, bijvoorbeeld door andere gebruiksnormen, krimp van de veestapel en door nieuwe producten. Dat zal ook financiële consequenties hebben en de prijs en beschikbaarheid van de reststromen zullen een overweging vormen voor de akkerbouwers in Nederland.
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes