'Bemesten steeds meer maatwerk met inzicht'
De verder aangescherpte regels zijn gericht op de kwaliteit van oppervlakte water en grondwater. Volgens De Geus willen boeren meer gevoel krijgen bij de bemesting en op basis van kennis en evaring naar hun teelten kijken. „Gewassen laten bijvoorbeeld verschillende hoeveelheden stikstof na. Bij graan is dat bijna niets en bij spruiten weinig. Bij prei en aardappelen gaat het juist weer om meer.”
Vorig jaar volgde De Geus tijdens de zomer een gewas aardappelen op haar bedrijf in Mookhoek. Met bladsteeltjesmetingen en peilgestuurde drainage volgde het bedrijf van familie De Geus de voedingstoestand van het gewas en daarop baseerden ze de bijbemesting in het groeiseizoen. Het is volgens haar een goede aanpak om goede opbrengsten te combineren met een lage kostprijs. Bij bodemkwaliteit kijkt De Geus ook naar andere elementen, die het gewas nodig heeft en naar de vochthuishouding.
Zorgpunt in de nieuwe stikstofregels is volgens de bodemdeskundige dat er geen extra stikstofruimte voor groenbemesters is. „Die moeten ook goed groeien en zeker bij een arme graanstoppel of verterend stro dat verhakseld is, is extra stikstof noodzakelijk voor de vertering. Die ruimte moet er wel zijn in de nieuwe regels, of deze nu uit kunstmest komt of uit dierlijke mest.
Natuur samen met agrarische productie
„Het 7e Actieprogramma wil een gezonde natuur, voldoende opbrengst en chemisch aan normen voldoen, binnen een agrarisch landschap Volgens mij kan agrarische activiteit heel goed samengaan met natuur. Ik heb prachtige kwaliteit sloten gezien, waar volop macrofauna aanwezig was, maar die bijvoorbeeld voor een enkele stof een norm overschreden. Volgens mij is de betere waterkwaliteit er vaak al. Die weelderige algengroei van vroeger zie je daar niet meer.” De Geus hoopt dat waterschappen en natuurorganisaties de vooruitgang willen zien.
Om de kennis bij boeren bij te spijkeren organiseert De Geus vanuit haar werk bij laboratorium Normec Groen Agro Control basiscursussen en masterclasses bodem en bemesting. „Het gaat daarin om de kennis van grond en meststoffen. Daar is enige kennis van scheikunde bij nodig. Uit evaluaties van voorgaande jaren bleek dat telers vooral praktijkkennis vragen. Ze willen met goede vragen komen als ze samen met hun adviseurs het bemestingsplan doorrekenen.”
Zuur
Vloeibare meststoffen, die telers meer dan vroeger inzetten, zijn zuur en breken daarmee kalk in de bodem af. De Geus noemt dat een reden om op kleigronden, waar kalk een belangrijke functie voor de structuur heeft, andere keuzes te maken. „Mensen staan vaak te weinig stil bij dat effect. Als je er meer van weet, kom je richting je adviseur met goede vragen. Wil je zuinig op de kalk in de klei zijn, kies dan voor korrels.”
Sturen op gebruiksnormen maakt volgens De Geus bij goed afgewogen bemestingsplannen plaats voor uitgaan van de aanwezige N-mineraal en de behoefte van het gewas. Oog hebben voor sporenelementen en volgen van het gewas, bijvoorbeeld met de bladsteeltjesmethode, voegt nog meer nauwkeurigheid toe. „Dat vind ik precisiebemesting”, zegt De Geus.
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes