Geen beperkingen op landbouwgrond belangrijkste inzet NAV bij landbouwakkoord

De sectortafel akkerbouw, vollegrondsgroenten en bollenteelt had dinsdag de eerste bijeenkomst. Deze ging met name over het proces en de agenda van de komende weken. Voorzitter Teun de Jong van NAV is positief kritisch. „Ik kreeg tijdens het eerste overleg niet het gevoel dat alles om de hoofdtafel draait. Vanuit de sectortafels zijn er zeker mogelijkheden om plannen op tafel te leggen. Uiteindelijk zullen ook de partijen aan de sectortafels moeten tekenen, anders heb je nog geen Landbouwakkoord.”
Geen beperking landbouwgrond
Geen beperkingen op het gebruik van landbouwgrond is voor NAV een belangrijke inzet. „De 700.000 hectare die de minister graag wil omzetten in natuurgrond blijft steeds als getal boven de markt hangen. Door de bufferzones, overgangsgebieden en landschapsgrond verliezen we al genoeg grond voor voedselproductie. Als er echt aan onze landbouwgrond getornd gaat worden, dan zijn wij als NAV snel uitgesproken over het Landbouwakkoord.”
De voorzitter van NAV zou graag zien dat er ruimte voor de boer wordt geboden. „Een boer zonder land is geen boer”, zegt De Jong stellig. „Het zou daarin goed zijn dat de hoofdtafel en de minister ruimte bieden. Daar moeten we de komende weken over praten.”
Markt- en prijsbeleid
Een ander punt waar de NAV het de komende weken graag over wil hebben, is het eigen 10-puntenplan uit 2021 en haar visie op het markt- en prijsbeleid. Deze laatste werd afgelopen maandag gepresenteerd. In het plan staan een tal van voorstellen om het verdienvermogen van de akkerbouwers te verbeteren door middel van ander markt- en prijsbeleid. De visie gaat verder dan onze landsgrenzen, legt de Jong uit. „Nederland is maar een kleine provincie van Europa. Als we hier een eigen duurzaam beleid gaan voeren met betrekking tot de productiewijze, dan werkt dat kostprijsverhogend. Dat is ook niet zomaar uit te voeren."
Hij noemt een voorbeeld. „Als Nederland zijn we 60 á 70 procent netto-importerend. Omringende landen hebben een eiwitstrategie. België en Duitsland geven een subsidie voor de teelt van eiwitrijke gewassen. Nederland doet niks. De afnemers kopen hun plantaardig eiwit dus in onze buurlanden. Er is dus al geen sprake van een gelijk speelveld binnen Europa.”
Europees speelveld
De NAV pleit daarom voor gelijke monniken, gelijke kappen in Europa. De minister zou dit moeten gaan bespreken in Brussel, vindt de vakbond. De Jong: „Daarnaast moeten we aan de buitengrenzen van de EU standaard eisen stellen, net als bijvoorbeeld nu bij de auto’s uit China gebeurt. Nu wordt er alleen gekeken naar of de eisen op het gebied van voedselveiligheid hetzelfde zijn als in de EU, maar je zou ook naar voorwaarden voor het weigeren van gewasbeschermingsmiddelen en genetisch gemodificeerde gewassen kunnen kijken. Duurzame productie binnen Europa wordt daardoor beschermd.”