‘Organische stof zeker meenemen in het bemestingsplan’
„De waarde van organische stof verschilt, afhankelijk van het doel dat je hebt met die organische stof. Wil je het bodemleven stimuleren? Het is immers de brandstof en de motor van het bodemleven. Of heb je het nodig om nutriënten aan te voeren?”
Bij de aanvoer van nutriënten zal de vorm van de organische stof die de teler inzet van belang zijn, volgens de bodemexpert. „Eerst is het van belang te weten wat je voor organische stof hebt in je bodem. Ken je organische stof en ken je bodem om te beginnen.”
Ruimte voor nuttige insecten
Organische stof kan dynamisch zijn of stabiel. De dynamische vormen breken snel af en leveren meer voeding, maar wel over een kortere periode. Na een jaar blijft hiervan een geringer deel over aan effectieve organische stof (EOS). De stabiele vormen met een hoge verhouding koolstof ten opzichte van stikstof dragen bij aan structuur en watervasthoudendheid en minder aan plantenvoeding. „Wat is dan goed? Je zult liefst op een gemiddelde uitkomen. Dan komt de voeding geleidelijk vrij. Als het organische stofaanbod gevarieerd is, zal ook het bodemleven gevarieerd kunnen zijn. Dankzij de structuur die de organische stof biedt is er genoeg ruimte voor nuttige insecten en ander bodemleven.”
Sommige organische stoffen breken gemakkelijk af. Ze bevatten suikers en zetmelen die snel afbreken. Eiwitten en vetten breken wat trager af en cellulose en lignine (houtstof) is het traagste in afbraak. De Bruijckere noemt vleeskuikenmest als een snel afbrekende bodemvoeding en compost als stabiel. „Groenbemesters vallen onder de dynamische soort. Ze breken snel af. Vaste rundermest valt in het midden en stro is een stabielere soort. Bij voldoende aanwezige stikstof breekt stro dan wel weer sneller af.”
De waarde van effectieve organische stof werd door WUR-onderzoekers in geld uitgedrukt. Die waarde verschilt afhankelijk van op welke grondsoort hij aanwezig is. Op zand heeft EOS een grotere waarde, omdat daar de functie van vasthouden van water en nutriënten zoals door kleimineralen ontbreekt. De Bruijckere noemt voor klei een waarde van 40 eurocent per kilo EOS en voor zand 80 eurocent per kilo. Het ene gewas vertaalt de waarde van de effectieve organische stof eerder naar geldelijke waarde dan het andere. Zo bleek in Vredepeel dat de opbrengst van een preigewas sterker profiteerde van de organische stof dan andere gewassen in het zuidoostelijke bouwplan.
Boring
Een bodemleven dat voortdurend actief blijft en steeds voeding krijgt in de vorm van organisch materiaal breekt gewasresten goed af. De Bruijckere raadt de telers aan af en toe een gat te maken in een perceel of een boring te doen. „Zie je dan onverteerde plantenresten daarin, dan weet je dat het bodemleven minder actief is. Zie je blauw in het profiel, dan duidt dat op zuurstofgebrek. Ken je organische stof en ken je bodem en maak een plan om de bodem optimaal te laten functioneren. Als je het zelf moeilijk vindt, dan kunnen adviseurs daarbij helpen.”
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes