Europees Parlement wil inzetten op kunstmestvervangers
De maatregel is onderdeel van een groter geheel. De resolutie stelt dat de EU op termijn zelfvoorzienend moet worden op het gebied van minerale meststoffen. Kunstmest en andere stoffen die in de landbouw worden gebruikt, moeten zoveel mogelijk in de EU geproduceerd worden, en moeten ook goedkoper worden. Op die manier wil het EP zorgen dat Europa minder afhankelijk wordt van Rusland en andere autoritaire landen.
De doelstelling is er een voor de lange termijn. Voor de kortere termijn wil het Parlement dat landbouwers financiële steun krijgen, om de hoge prijzen van kunstmest op te vangen. Dat geld zou uit het GLB voor 2023 moeten komen. Ook moet het makkelijker worden om (grondstoffen voor) kunstmest te importeren. Ook willen de Europarlementariërs dat er een gezamenlijk EU-mechanisme komt voor de aankoop van meststoffen en bodemvoedingsstoffen. De Commissie moet daar onderzoek naar gaan doen, en daarin meenemen hoe knelpunten op de markt voor meststoffen kunnen worden weggewerkt.
De bal ligt nu bij de Commissie. Die moet voor de zomer komen met een plan waarin deze zaken worden uitgewerkt.
Europarlementslid Bert-Jan Ruissen (SGP) vindt dat het parlement met de resolutie een krachtig signaal heeft afgegeven. „De Europese Commissie moet het gebruik van kunstmestvervangers nu zo snel mogelijk toestaan“, zegt hij in een reactie. „De EU dient circulariteit in praktijk te brengen, en boeren nutriënten uit dierlijke mest beter te laten benutten.“ In tijden waarin de prijzen van energie en kunstmest door het dak gaan, vindt hij het des te urgenter om alternatieven zoals Renure toe te laten.