Landbouwer verkiesbaar voor waterschap: ‘Verduurzaming moet haalbaar en betaalbaar zijn’
Wat voor landbouwbedrijf heb je?
„Op ons akkerbouwbedrijf op Goeree-Overflakkee telen we met name tafel- en fritesaardappelen, rode en gele uien en wortelen. We doen dat al voor de vierde generatie, en met heel veel passie en respect voor natuur en omgeving. Daarbij hanteren we een holistische visie. Maar we moeten er ook een boterham mee verdienen. Daarom gaan we voor haalbare en betaalbare verduurzaming. Naast het werk op ons akkerbouwbedrijf geef ik ook les aan de HAS in Den Bosch, en ben ik fractievoorzitter van de VVD in het algemeen bestuur van Waterschap Hollandse Delta.”
De combinatie van landbouwpraktijk, onderwijs én politiek klinkt als vrij uniek en ook vrij druk. Hoe combineer je dat allemaal?
„Klopt, het is best druk. Maar het is vooral erg interessant en heeft veel spin-off richting elkaar. We kunnen allemaal thuis blijven zitten en klagen over de politiek, maar dat gebeurt al genoeg. Ik vind dat ik verantwoordelijkheid moet nemen. En dan blijkt te wereld toch vaak wel wat ingewikkelder te zijn dan alleen de besognes op het eigen boerenbedrijf. Tegelijkertijd neem ik mijn ervaring als landbouwer juist mee naar de politiek. Daar weten maar weinig mensen hoe het er op het boerenbedrijf echt aan toegaat. En omdat ik vanuit de boerenpraktijk weet waarover ik praat, kan ik als HAS-docent studenten echt inspireren.’
Waarom qua politiek speciaal het waterschap?
„Water is de bron van alle leven, en heel belangrijk voor de voedselproductie. Zelf heb ik cultuurtechniek in Wageningen gestudeerd. Het heeft dus altijd mijn interesse gehad. Ook waterveiligheid wordt ook steeds belangrijker. We hebben net de herdenking van 70 jaar Watersnoodramp in 1953 gehad. Ook dat is een drijfveer, dat dit soort dingen nooit meer mag gebeuren.”
„In ons werkgebied hebben we nog nooit een beregeningsverbod gehad. Dat wil ik graag zo houden.”
Wat wil je specifiek voor akkerbouwers bereiken de komende vier jaar?
„Heel belangrijk is de beschikbaarheid van zoetwater voor de plantenteelt. In ons werkgebied hebben we nog nooit een beregeningsverbod gehad. Dat wil ik graag zo houden. Ten tweede moet verduurzaming wel haalbaar en betaalbaar zijn. Mijn collega’s en ik zien ook wel dat het her en der wat schuurt. Dat moet je niet oplossen met massa’s geboden en verboden, maar met goede samenwerking op het gebied van bodemkwaliteit, waterkwaliteit en opvang van zoetwater. Samenwerken met de sector dus, en geen beleid van bovenaf.”
Hoe garandeer je dat iets ook echt gebeurt als het vrijwillig gaat? We hebben toch niet voor niks bepaalde regels?
„Klopt, voor een aantal dingen hebben we regels. Tegelijkertijd gaan veel dingen veel soepeler als ze uit intrinsieke motivatie gebeuren. Te veel drang en dwang en onbegrip kan ook leiden tot ontwijken van de regels. Dus waar mogelijk ga ik liever voor bottom-up dan voor top-down. Dan kan je zeggen, dan werkt het niet. Maar mijn overtuiging is dat het op de lange termijn juist beter werkt dan al die stapels regelgeving en de vele controleurs die er voor rond moeten rijden.
In het waterschap hebben we hier ook veel discussies over, bijvoorbeeld op het gebied van bemesting en waterkwaliteit. Tegen natuurgetinte partijen zeg ik dan altijd: er gebeurt vanuit de landbouw al heel veel. Wat doet uw achterban eraan? Ik maak de vergelijking met de bufferstroken die nu voor landbouwers verplicht zijn. Dan vraag ik: wat zou u ervan vinden als er van uw huis of tuin drie meter wordt afgehaald?”
Wat wil je bereiken voor de landbouw in het algemeen?
„Er is een kabinetsbrief die zegt dat water- en bodemkwaliteit sturend moeten zijn voor het Nederlandse landbouwbeleid. Mijn inzet is de houding van het waterschap in al die werkgroepen die praten over het Nationaal Strategisch Plan (NSP). Dit is kortgezegd de Nederlandse uitwerking van het nieuwe GLB.
Ik wil dat het Waterschap zich in deze overleggen faciliterend en stimulerend opstelt richting ondernemers, en zorgt dat er niet weer een nieuwe berg regelgeving komt. Dat geldt niet alleen richting de landbouw, maar ook richting het mkb. Ook daar moeten we eerst bottom-up kijken wat de mogelijkheden zijn om lozingen te voorkomen, voordat we weer met geboden en verboden komen.”
De Waterschappen heffen in 2023 naar verwachting in totaal ruim 3,5 miljard euro, het hoogste bedrag sinds 2009, zo meldde het CBS vandaag. Hollandse Delta staat op plaats 8 qua kosten voor huishoudens. Wat vind jij: omhoog, omlaag of prima zo?
„De vraag waar het om gaat, is wat er voor dit geld gebeurt. Als inwoner moet je waar voor je geld krijgen. Er liggen enorme opgaven voor waterschappen, zowel op het gebied van waterberging als waterkwaliteit. Daarbinnen moeten we dit zo efficiënt mogelijk doen. Ons waterschap had de afgelopen jaren al een stijging van 20 procent, dat is best veel. Daar zit natuurlijk ook inflatie in. Hetzelfde werk kost nu gewoon meer geld. Daar kun je als individuele overheid niet zo veel aan doen. Daarnaast liggen er ook gewoon grotere opgaven: bij extreme hoosbuien moet je meer water bergen, want niemand wil natte voeten.
Daarnaast gaat het met de waterkwaliteit al best goed, maar het kan altijd beter. Zuiveringen hoeven maar 75 procent van alle stikstof en fosfaat uit het water te halen. Qua medicijnresten zitten we nog op nul procent verwijdering, dus 100 procent vervuiling! Daar wordt helemaal niks van uitgefilterd. Daarnaast kun je er nog een preventieve aanpak op loslaten. Dat zijn wel allemaal opgaven waar we voor staan in dit overvolle kleine landje met 17 miljoen mensen. Maar het moet wel voor iedereen betaalbaar blijven, dus ook voor minima en ouderen. Hierin verschillen wij van partijen die alleen maar roepen om meer natuur. Die vergeten dat het wel betaald moet worden.”
Hoe zit dit voor boeren, welke waterschapslasten betalen zij als ondernemers?
„Dit is ook een politieke discussie: wie betaalt nu welk deel van de kosten van het waterschap. Als je de heffingen uitsplitst betaalt een huishouden in ons werkgebied ongeveer 400 euro per jaar. Boeren betalen gemiddeld 4.200 euro. Daarmee is Hollandse Delta voor boeren juist het op één na duurste waterschap. Volgens mij is alleen Delfland met 5.500 euro per jaar nog duurder, maar daar zitten weinig boeren. Daarbovenop beheert ons waterschap als één van de weinige ook wegen. Huishoudens betalen hier maar weinig aan mee, in totaal maar 17 euro per jaar. Boeren betalen 20 euro euro per hectare per jaar, dus al gauw 1.200 euro per landbouwbedrijf per jaar.”
U stelt in de campagne: zoetwater, broodnodig! Als je op de kaart kijkt, worden de zeven eilanden in Waterschap Hollandse Delta toch omringd door zoetwater? Waarom is er dan toch een probleem?
„Als je goed luistert naar de discussies in het waterschap, gaan er steeds meer stemmen op om het te laten verzilten. De Grevelingen is al zout. Ander concreet voorbeeld: twee jaar gelden wilde het ministerie van I&W het Krammer-Volkerak laten verzilten. Dit plan zou 160 miljoen euro kosten. Daar zijn we toen nota bene samen met natuurorganisaties tegen in het geweer gekomen. Hoewel het Rijk koste wat kost wilde doorzetten, hebben we het uiteindelijk gelukkig kunnen tegenhouden. Dat was goed voor de natuur en goed voor de portemonnee van de burger. Wat wil je nog meer?
Dat zien we ook met het Kierbesluit voor het Haringvliet. Partijen aan de linkse kant willen die sluizen liefst helemaal openzetten. Daar zijn wij faliekant op tegen. In droge tijden verdwijnt nu al 80 procent van het zoetwater uit de grote rivieren via de Nieuwe Waterweg in de Noordzee. En dat is helaas nodig, want anders rukt het zoute water te ver op en komen de industrie bij Rotterdam en het Westland zonder zoetwater te zitten. Eigenlijk moet er een sluis in de Nieuwe Waterweg. We moeten in ieder geval niet onnodig nog meer water gaan verzilten. Plannen van ‘kantoorbiologen’ noem ik het weleens. Kantoorbiologen zonder realistische kijk op de samenleving.”
Waarom zou je natuur eigenlijk willen verzilten?
„Die vraag moet je aan het ministerie stellen.”
Andere kwestie: je wil boeren met passie en respect voor de natuur en de omgeving, maar ook het waterpeil verlagen. Botst dit niet met elkaar?
„Het waterpeil is een groot issue, waarover we twee weken geleden nog een forse discussie in het waterschap hebben gehad. Ten eerste: boeren willen het peil niet per se verlagen. Ze willen een optimaal peil voor de voedselproductie. Die moet in deze meest vruchtbare delta ter wereld wat ons betreft centraal staan. Natuurpartijen willen het peil wel verhogen. Dan heb je dus veel minder waterberging als er veel water valt. Daarbij hebben veel boeren hun land gedraineerd. Verhoog je het waterpeil, dan staat de drainage altijd onder water. Dat geeft risico op grote schade door vernatting en verrotting. De grote vraag is: wie gaat dat betalen? Juist omdat de landbouw hier zo’n primaire functie heeft, moet je eerst per gebied uitzoeken wat de functies zijn en wat daarvoor nodig is.”
Tekst: José de Jong
Beeld: Frank van Oorschot