InBestSoil gaat economische waarde van gezonde bodem in kaart brengen
Behalve universiteiten zijn niet-overheidsinstellingen en bedrijven betrokken bij InBestSoil. Het geld komt van de Europese commissie en van de partners de Britse en Zwitserse regering. Coördinator Soto Gómez noemt de bodem van fundamenteel belang voor het oplossen van de vraagstukken rond klimaatverandering, waterbeheer en biodiversiteit. InBestSoil kan bijdragen aan de beleidsontwikkeling rondom de EU-bodemstrategie.
Economische waarde
De waardebepaling van zaken als productie van voedsel en vezels tot het behoud van cultureel erfgoed maakt deel uit van dit project. Overal in Europa liggen proefgebieden of voorbeeldgebieden, Lighthouses genaamd, waar doeltreffende technieken ter verbetering van de bodemgezondheid worden toegepast. In Spanje gaat dat bijvoorbeeld om weidegebieden waar met agropastoralisme (inzet van grazers) aan herstel van door landbouw uitgeputte gewerkt wordt. In de omgeving van de steden Vilnius, Litouwen en Zagreb, Kroatië werkt de landbouw aan een betere waterhuishouding, zodat infiltratie in de bodems beter wordt en minder overstromingen optreden.
Voor Nederland draait het weer om andere zaken. Hier probeert het project meer diversiteit in bouwplannen te volgen en hoe daarmee de bodemvruchtbaarheid te verhogen is. Elders, in twee verlaten mijnen, gaat het om bodemherstel en in een boreaal bos (Noord-Europa) passen de projectpartners resten van de houtindustrie toe bij het verbeteren van bodemkenmerken.
Het gaat om de waarde van de verschillende bodemverbeteringen en om de mogelijkheid om technieken, die op één plek werken, te exporteren naar andere plaatsen waar ze succesvol kunnen zijn. Het Zwitserse instituut voor biologische landbouw FiBL en de Britse universiteit van Exeter zijn betrokken. Opvallend is dat naast Wageningen Universiteit in Nederland ook betrokken zijn Udea BV en Ekoboerderij de Lingehof. De laatste partij is bezig met lupinen en past zo in de diversificatie van de landbouw.
Investeringswaarde
Uiteindelijk wil het project zicht geven op de valorisatie (waardebepaling) van (bodem)ecosysteemdiensten. Daaruit kunnen overheden en marktpartijen verder werken aan stimulansen voor de beheerders van de bodem in Europa. Bewijsmaterialen, instrumenten en modellen zijn de uitkomst van het project. Daarmee wordt de beoordeling hoe investeringen in een gezonde bodem bijdragen aan een duurzame toekomst inzichtelijk gemaakt.
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes