Maiskopbrand niet alarmerend

De berichtgeving over het opduiken van maiskopbrand/koprot (head smut) in Nederland lijkt niet alarmerend. Dat is de reactie van Louis Vlaswinkel, maïsveredelaar bij zaaizaadbedrijf Limagrain. We hebben het over een incidentele en kleinschalige schimmelaantasting, die zich in een maritiem klimaat als het onze alleen onder hele specifieke omstandigheden kan manifesteren. Met een effectieve zaaizaadontsmetting, resistente rassen en gewasrotatie kan het probleem desalniettemin aangepakt of voorkomen worden.

Geen builenbrand

Maiskopbrand (Sphacelotheca reiliana) is een schimmelziekte die overwegend voorkomt in een landklimaat. Besmetting van de maisplant vindt plaats in een droog koud voorjaar of bij droge omstandigheden in de periode van kolfaanzet (eind juli/begin augustus). Een serieuze aantasting kan resulteren in fors minder kolfopbrengst, minder zetmeel en een lagere voederwaarde. Verwar een infectie niet met builenbrand (zie foto’s). In de kuil zijn koprotsporen niet schadelijk, maar ze zijn vergeleken met builenbrand wel veel agressiever en daarmee besmettelijker als het om verspreiding gaat.

Tolerante rassen

Vlaswinkel: “De systemische werking die uitgaat van een effectieve zaadontsmetting vrijwaart de jonge maïsplant in het gevoelige 2-tot-6 bladstadium (voorjaar) over het algemeen van een besmetting door overwinterde sporen in de bodem. Daarnaast kunnen we beschikken over tolerant rassenmateriaal uit gebieden waar de ziekte frequenter voorkomt. Voor aangetaste percelen is sowieso teeltrotatie het devies.”

Tekst: Limagrain

Beeld: Agro Expert Group