Te late bietenzaai kan opbrengst kosten: welke regio loopt op kop?
Volgens de cijfers van Cosun Beet Company is de regio West Brabant duidelijk het verst. Daar is tot en met 3 april in totaal 1,9 procent van het totale geschatte areaal gezaaid. Een gedeelde tweede plaats is voor de Zeeuwse eilanden en Limburg. Daar zit 1,3 procent in de grond. Gelderland is nummer drie met 1,0 procent.
Daarna volgen Flevoland en Zeeuws-Vlaanderen met beide 0,4 procent, Holland met 0,3 procent, het Noordelijk dal/veen met 0,2 procent en het Noordelijke Zand en Oost Brabant met 0,1 procent. In de Noord Oost Polder en op de Noordelijke klei zit afgerond nog nul procent in de grond.
Te hard van stapel
Bieteninstituut IRS waarschuwt wel om bij de bietenzaai niet té hard van stapel te lopen: te vroeg zaaien op onvoldoende draagkrachtige grond, kan juist opbrengst kosten.
Naast het risico op structuurschade door een te natte bouwvoor, kan de zaaivoor onderin versmeren als na zaai regen uitblijft. Mogelijk gevolg is horizontale wortelgroei, lagere opbrengst en onnodige problemen bij het kop- en ontbladerwerk.
Lichte gronden
Om verstuiven en uitdrogen te voorkomen, vereisen ook lichte gronden aandacht. De belangrijkste maatregelen zijn: de kluitjes zo grof mogelijk houden, het inzaaien van een stuifdek of het toepassen van bijvoorbeeld papiercellulose.
Bandenspanning
Tegen structuurschade en een niet-egaal zaaibed, zijn brede banden, zo min mogelijk bewerkingen en lage bandenspanning cruciaal. Voor de optimale bandenspanning verwijst IRS naar de Agro Tyre Pressure app.
Het combineren van zaaibedbereiding en zaaien bespaart een werkgang, maar betekent wel extra gewicht. Ook dit maakt volgens Cosun en IRS aandacht voor de bodemconditie extra cruciaal. Meer informatie is te vinden in de teelthandleiding van IRS over grondbewerking en zaaibedbereiding.
Tekst: José de Jong
Beeld: Ellen Meinen