Zorgen om aardappelen ondanks topproductie Belgische aardappelindustrie in 2022

Binnen krap vijftien jaar verdubbelde de verwerkte volume aan aardappelen door de Belgische aardappelverwerkende bedrijven. In 2010 werd voor het eerst meer dan drie miljoen ton aardappelen verwerkt. In 2016, zes jaar later, werden vier miljoen ton verwerkt en in 2018 al ruim vijf miljoen ton. Tijdens de twee coronajaren klapte de omzet in elkaar. Afgelopen jaar vond er een goed herstel plaats en werden ruim 6,2 miljoen ton aardappelen verwerkt.
De aardappelen worden verwerkt tot frieten, pureeproducten, chips, vlokken en granulaten of voorgekookte aardappelen. Het grootste aandeel is voor friet. In totaal werd in 2022 2,8 miljoen ton diepgevroren frieten geproduceerd. Dat is een stijging van maar liefst 25 procent tegenover het vorige record uit 2019 en 31 procent meer dan in het eerste coronajaar (2020). Naast diepvriesfrieten wordt ook 257.345 ton verwerkt tot gekoelde frieten. Dit is +12 procent in vergelijking met 2019, en +57 procent in vergelijking met 2020.
Lagere opbrengst
De forse gestegen verwerking van aardappelen in 2022 staat in contrast met de lagere aardappelopbrengst in België. In het najaar van 2022 werden 18,7 procent minder aardappelen geoogst dan in 2021. De verwerkende industrie heeft deze daling opgevangen door bijvoorbeeld meer aardappelen uit de buurlanden, voornamelijk uit Frankrijk, aan te kopen.
Export
Afgelopen jaar handhaafde België haar koppositie wat betreft de export van verwerkte aardappelproducten. Ruim drie miljoen ton (82 procent) van de verwerkte producten zetten de Belgen mondiaal af. Dat is 12 procent meer dan in 2019. De overige 18 procent, of 608.690 ton, wordt op de Belgische markt afgezet. Zowel binnen als buiten Europa stijgt de vraag naar verwerkte aardappelproducten.
Fors gestegen kosten
In 2022 moesten de verwerkers ruim 750 miljoen euro aan olie, energie en verpakking betalen. Vermeulen verwijst daarbij naar de Oekraïnecrisis die zorgde voor een gebrek aan zonnebloemolie, wat leidde tot woekerprijzen voor de alternatieven. Daarnaast is er ook de energiefactuur. Het maken van diepvriesfrieten is enorm energie-intensief. Voor veel bedrijven was het ook steeds weer slikken wanneer de energiefactuur in de bus viel. En ook de kosten voor andere grondstoffen en verpakkingen gingen stevig de hoogte in „Tel daar de gestegen aardappelprijzen bij en de indexering van de lonen en het is duidelijk dat het niet al goud is wat blinkt.” Dat stelt Christophe Vermeulen, CEO van Belgapom tegen Vilt.be.
Beschikbaarheid aardappelen grootste probleem
Vermeulen zegt kopzorgen te hebben over de toekomst van de aardappelteelt in België. De allergrootste hoofdbrekens heeft de verwerkende industrie over haar basisgrondstof: de aardappel. De evolutie in de landbouw baart de aardappelverwerkers grote zorgen. Vermeulen: „We willen een duurzame landbouwsector met investeringszekerheid en perspectief voor de boer én de agrovoedingsindustrie. We geloven sterk in de eigen, innoverende kracht van de sector. We geloven in samenwerking met álle actoren.” Vermeulen ziet een opeenstapeling van problemen waar ook de Belgische akkerbouwers zich mee geconfronteerd zien: stikstof, MAP, erosiewetgeving, afbouw van gewasbescherming, natuurherstelwet, waterproblematiek. „De impact van al die dossiers op de akkerbouw én dus ook op onze industrie is enorm. Waar kunnen en mogen we nog aardappelen telen binnen vijf jaar?”
Beste productielanden
„In sterk groeiende sector met een sterk groeiende vraag zitten we met een krimpend aanbod aan grondstoffen. België is één van de beste landen voor de aardappelteelt, hier zit enorm veel knowhow, we hebben goede aanvoerlijnen en nabijheid van havens. De omstandigheden die gemaakt hebben dat we wereldleider zijn in aardappelverwerking zijn niet veranderd. Maar de landbouwomstandigheden dreigen wel grondig te wijzigen”, klinkt het. „Wij hopen dat, net zoals in andere Europese landen, onze beleidsmakers eindelijk eens volmondig de verdediging op zich nemen van de kroonjuwelen van hun voedingsindustrie. In Frankrijk, Spanje of Italië is dat vanzelfsprekend. Hier blijft het echter stil en dat is onbegrijpelijk”, besluit Vermeulen.