Verplichte verwerking bollenafval bij azolengebruik afgeschaft
De maatregel was gericht op het beheersen van de resistente schimmel Aspergillus fumigatus, die longinfecties kan veroorzaken bij mensen met een sterk verzwakt immuunsysteem. De schimmel blijkt echter te wijd verbreid om via de toelating binnen Nederland te bestrijden.
Ook een alternatief protocol, gebaseerd op twee keer per week natmaken van de afvalhopen, lijkt onvoldoende effectief. Bovendien botst deze optie met maatregelen voor wateronttrekking, risico op extra uitspoeling en geldende milieuregelgeving (afdekken afvalhopen gedurende deel van het jaar).
Het Ctgb dringt nu bij de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan op een internationale aanpak van de tegen genees- en bestrijdingsmiddelen resistente schimmel Aspergillus fumigatus.
Nederlandse hotspots
In ons land zijn naast afval uit de bollenteelt ook houtsnippers, groenafval (onder andere maaisel en gemeentelijk snoeiafval, níet het GFT afval bij mensen thuis) en agrarisch restafval van bepaalde andere teelten als hotspots voor de schimmel aangewezen.
In eerste instantie werd verwacht dat het azolenprotocol afdoende zou bijdragen aan het beheersen van de verspreiding van de schimmel in ons land. Nieuwe inzichten geven echter aan, dat de schimmelstammen zo aangepast en wijdverspreid zijn, dat alleen maatregelen in de bollenteelt onvoldoende effect hebben op het beheersen van de resistentie.
