Luizen in wintergranen: hoeveelheden en adviezen variëren
Bart de Jong, werkt als teeltadviseur voor Van Wesemael in de regio Zuid-West Nederland: „De meeste luizen treffen we aan in de regio’s Zuid-West Nederland, en ook uit Flevoland krijgen we signalen over veel luizen. Vanwege het risico op besmetting met gerstevergelingsvirus adviseren we om het gewas regelmatig te controleren, en indien nodig gepaste maatregelen te nemen. Het eerste aangewezen middel is Teppeki, dat luizen doodt maar vriendelijk is voor natuurlijke vijanden.”
Noord-oostelijk zandgebied
Fokko Prins is als teeltadviseur bij Agrifirm werkzaam in het noord-oostelijk zandgebied, globaal tussen Hoogezand en Hardenberg: „In het deel van Nederland waar ik werkzaam ben zit wel hier en daar een luis, maar dit komt niet in de buurt van de schadedrempel. Dus doen we op dit moment niets tegen luizen. In het najaar is dat wel een item in de wintergerst vanwege het vergelingsvirus. Voor zuigschade is wintergraan in dit stadium niet erg gevoelig. Mochten er op bepaalde percelen grote hoeveelheden luizen zitten, dan is Teppeki de beste keuze in verband met selectiviteit.”
Noord-Holland-Noord
CAV Agrotheek bedient de regio Noord-Holland-Noord. Volgens Thomas van Essen, teeltspecialist bij CAV Agrotheek, spelen luizen in tarwe in deze regio momenteel geen grote rol: „Ook in de wintergerst, doorgaans gevoelig voor vergelingsvirus, zien we vanuit de winter geen aantasting. De nieuwe minder gevoelige rassen dragen hier natuurlijk ook aan bij. In de tarwe geldt bij ons nu dan ook geen advies om hier nu een gerichte bestrijding op uit te voeren.”
Zeeuws-Vlaanderen
Dirk De Vliegher werkt ook voor Van Wesemael, en dan vooral in Zeeuws-Vlaanderen: „Vooral in Oost- en midden-Zeeuws Vlaanderen constateren we veel luis. In het westen is het iets minder, wellicht doordat er dichter bij de kust toch wat meer wind staat. Het advies van het Belgische Landbouwcentrum voor Granen van enkele weken terug om luizen te bestrijden, was voor ons reden om veel aandachtiger te gaan monitoren. Normaal verwacht je problemen in het najaar en in de periode rond de bloei, maar het speelt op dit moment dus ook. Wat hierbij ook meespeelt, is dat er steeds meer nateelten als snijrogge en Japanse haver worden geteeld. Dat is een uitstekende plek voor luizen om in te overwinteren. Ook het verdwijnen van goed werkende insecticiden in andere gewassen draagt bij tot een duidelijke uitbreiding van de luizenpopulatie.”
Tweede knoop
Hoe ernstig schat De Vliegher het probleem in? „Ik schat dat er nu op 70 procent van de percelen iets aan de hand is. Er is ook nog genoeg tarwe die nog niet aan de tweede knoop zit, en in deze gewassen is het zeker nog zinvol om iets te doen tegen luis. Afgelopen weken zagen we ook op diverse locaties luizen met nageslacht, en als dat zich verder ontwikkelt geeft dat zeker problemen met zuigschade straks rond de bloei, naast het risico op gerstevergelingsvirus. Qua middelen kregen we signalen dat er in België ook pyrethroïden worden gebruikt. Dit gebruik adviseren wij niet vanwege het negatieve effect op natuurlijke vijanden. In het najaar is het een andere kwestie, maar zeker in het voorjaar wil je de natuurlijke vijanden behouden.”