‘Kijken naar groene oplossingen in plaats van afwachten’
Matthijs Gebbink bedrijft aardappeltopsport in Flevoland
De vof van Gebbink en zijn ouders staat volledig in het teken van miniknollen. ‘Wij vermeerderen ze drie jaar en leveren ze dan aan collega-telers en voor de export, voornamelijk Agrico en Den Hartigh’, legt Mathhijs Gebbink uit. ‘Toen ik acht jaar geleden mede-eigenaar werd, had mijn vader deze keuze al gemaakt. Zijn filosofie: je doet wat je het leukste vindt! Zelf heb ik er altijd ook zo over gedacht.’
De elf rassen die ze in Flevoland telen, vallen in de hoogste kwaliteitsklasse. ‘De beste prijs dus, maar ook de hoogste risico’s’, legt Gebbink uit. ‘Is ons product goed, dan hopen we dat ze het volgende jaar weer bij ons komen. We telen 56 hectare pootaardappelen. Daarnaast 11 hectare graan en 7 hectare vlas, en we ruilen grond uit met een uien- en tulpenbedrijf voor een gezonde rotatie.’
Groene alternatieven
Om de kwaliteit te waarborgen, zoeken ze actief naar mogelijkheden. ‘Chemische producten werken, maar staan onder druk. Het beschikbare pakket wordt steeds smaller en dan kun je twee dingen doen: wachten tot het er niet meer is of - nu al - op zoek gaan naar groene alternatieven. Wij kiezen voor de laatste optie, omdat we onze gereedschapskist zo groot mogelijk willen houden.’
Via Profytodsd komen vader en zoon in contact met Pireco. Gebbink daarover: ‘Het bedrijf kon goede resultaten overleggen en had een verhaal dat klopt, met dank aan de onderzoeken die haar mensen doen. Het is een betrouwbare partner die inzet op een duurzame samenwerking en precies dat is waarnaar wij op zoek waren.’
Door de warme winters van de afgelopen jaren is de luisdruk toegenomen, constateert Gebbink. ‘We hebben een proef gedaan met twaalf hectare, waarbij we Vydate gebruikten bij het poten en daarna Folisec van Pireco. We zijn begonnen zodra de plantjes de kop opstaken en met de dosering ook niet te zuinig geweest. We hebben ons gehouden aan de voorgeschreven hoeveelheid, anders kunnen we niet constateren of het werkt.’
De combinatie tussen gangbaar en groen is een bewuste, aldus Gebbink. ‘Omdat we op dit moment nog niet met alleen maar groene middelen willen spuiten.’
'Het beschikbare pakket wordt steeds smaller en dan kun je twee dingen doen: wachten tot het er niet meer is of - nu al - op zoek gaan naar groene alternatieven'
Matthijs Gebbink
Sterk en gezond in plaats van doden
Gebbink, die plantenwetenschappen studeerde in Wageningen, benadrukt dat het een andere manier van denken en werken is. ‘Chemische producten doden, terwijl dit groene product de plant sterk en gezond maakt. Folisec moet zorgen voor een onaantrekkelijk leefgebied. Dit jaar gaan we het nogmaals op die manier doen.’
De dertiger ziet op termijn een combinatie van groene maatregelen voor zich, waarbij chemie in zijn ogen zeker nodig blijft. ‘Zo zou het plaatsen van stro op de ruggen er ook voor zorgen dat luizen wegblijven, omdat de diertjes dan geen contrast meer zien. En ik heb zelfs al succesverhalen gehoord over een rand bloemen om je kavel. Deze zouden insecten aantrekken, die de luizen doden volgens de levenscyclus in en van de natuur. Dit moet allemaal nog worden onderzocht, maar het biedt wel weer perspectief. Zover willen we hier nog niet gaan, maar het laat wel zien dat wordt nagedacht over de toekomst.’
Leren omgaan met veranderingen
Een toekomst, waarover Gebbink positief en enthousiast is. ‘Regels zijn nodig, maar daaromheen moet wel ruimte zijn om ons ding te doen. Als ondernemer moet je leren omgaan met veranderingen, want zeker de aardappelteelt verandert in rap tempo. Ik beschouw dat echter niet als iets negatiefs. Als je ieder jaar hetzelfde doet, dan is er over tien jaar niets meer aan.’
Ook na acht jaar - en zijn vader zelfs na ruim veertig jaar - wordt de ondernemer nog wel eens verrast. ‘Dat ís het vak en zijn de uitdagingen die horen bij het ondernemerschap. Ik liep stage bij Farm Frites in Egypte en had daar voor stabiliteit kunnen kiezen. Maar dat is niet waar mijn hart ligt. Nu bedrijf ik topsport en draaien we met onze aardappelen mee aan de bovenkant van de markt. Zolang we dat volhouden, hebben we een goed leven. Koploper blijven, is echter wel lastig.’
Vandaar ook dat senior en junior niet afwachten, maar op zoek gaan naar oplossingen en alternatieven. ‘Wat wil ik en waar geloof ik in? Daar gebruiken we de winterperiode voor. Ik ben blij met de partijen die zich nu presenteren op de markt. Door samenwerking kunnen we gezamenlijk stappen zetten. Op zoek gaan naar oplossingen is dus beter dan (af)wachten.’
Tekst: Rik Leonards
Beeld: Rik Leonards