Uien ongestoord laten groeien dankzij bijbemesting
Hoofdelementen
Elk ras kent zijn eigen nutriëntenbehoefte. Om een ras zo optimaal mogelijk in de verhouding opbrengst/kwaliteit te laten groeien is het van cruciaal belang te weten wat de Hazera zaaiuien aan hoofdelementen kunnen gebruiken.
Grofweg stellen wij dat onze rassen tussen de 160 – 180 kg zuivere stikstof kunnen gebruiken. Let wel! Dit zijn de zuivere kilo’s, niet de gestrooide hoeveelheid. Zeker op de lichte gronden is het probleem van uitspoeling vaak te wijden aan een mindere opbrengst. Dat geldt met name voor de stikstof omdat die het meest gevoelig is voor uitspoeling. Strooi daarom in meerdere keren.
Figuur 1 geeft goed weer wanneer onze rassen beginnen te vragen om in dit geval stikstof en kalium. Het groeiseizoen komt laat dit jaar, dus let liever op het groeistadium dan op de kalender. Kalium is en blijft een zeer belangrijk nutriënt voor de plant. Kalium draagt bij aan het transport van andere nutriënten in de plant. Ook is kalium zeer belangrijk voor de kwaliteit van het gewas, de stevigheid (turgor) en heeft het invloed op de opname van o.a. nitraat, magnesium en calcium. Kalium kan zowel voor als tijdens de teelt gegeven worden, maar kan ook gemakkelijk uitspoelen. De uien vragen pas veel kali bij de vorming van het te oogsten product, dus later gedurende het groeiseizoen.
Fosfaat is in de grond zeer immobiel en moet door de wortel worden gevonden. Vooral in het begin van de teelt als de beworteling nog beperkt is, is het van belang dat er voldoende fosfaat in de buurt van het gewas te vinden is.
Sporenelementen en pH
Ook de sporenelementen zijn van belang voor het gewas. Zo is bijvoorbeeld ijzer een component van een aantal belangrijke enzymen. Hiernaast is ijzer nodig voor de eiwitsynthese en de aanmaak van bladgroen. Mangaan (Mn) is onder andere van belang voor de productie van enzymen die een cruciale rol spelen bij fotosynthese, eiwitstofwisseling en celdeling. Ook zorgt het voor stevigheid van de celwanden en stimuleert de wortelgroei. Voldoende borium heeft een positief effect op de opname van calcium, formatie & transport van suikers en de stevigheid van de celwanden. Afhankelijk van de grondsoort kan al snel een tekort ontstaan van sporenelementen. Echter zijn deze vaak relatief eenvoudig aan te brengen in de vorm van bladvoeding.
Monitoren tijdens seizoen
Om inzicht te krijgen in de behoefte van het gewas en in de beschikbare nutriënten in de bodem, is de BijmestMonitor van Eurofins een goed hulpmiddel. Van organische bemesting (gegeven aan het begin van het groeiseizoen) zijn lang niet alle nutriëntgehaltes bekend. Daarnaast is het vrijkomen van nutriënten uit organische mest afhankelijk van o.a. vocht, temperatuur en het bodemleven. Dit is vaak moeilijk voorspelbaar. Ook weersomstandigheden, zoals bijvoorbeeld dit natte voorjaar, kunnen het risico op uitspoeling en/of vervluchtiging vergroten, met als gevolg minder beschikbare nutriënten voor het gewas.
Voor de BijmestMonitor wordt zowel een gewas- als grondmonster genomen. In deze monsters worden zowel de hoofd- als spoorelementen geanalyseerd. Het gewasmonster geeft aan wat het gewas al heeft opgenomen. In het grondmonster wordt gemeten hoeveel nutriënten nog beschikbaar zijn voor opname door het gewas. Ook wordt de pH in de veldvochtige grond gemeten. Doordat de behoefte van het gewas voor de verschillende nutriënten bekend is, kan berekend worden of er juist extra bemest moet worden of dat er voldoende nutriënten beschikbaar zijn. Bij het advies wordt, mits historische perceelsgegevens beschikbaar zijn, ook rekening gehouden met eventuele voorraden aanwezig in de grond zoals P-Al, CEC-gebonden nutriënten, stikstof- en zwavelleverend vermogen.
Optimale opbrengst en kwaliteit
BijmestMonitor is een monitoringstool die op meerdere momenten gedurende de teelt ingezet kan worden. Door een of meerdere keren tijdens het groeiseizoen een BijmestMonitor uit te voeren, houd je een vinger aan de pols en kan je volgen of de uien nog op het juiste spoor zitten of dat eventueel bijbemesten nodig is. Zo realiseer je uiteindelijk goede opbrengst met een goede kwaliteit met een optimale en efficiënte inzet van meststoffen.