WUR: ‘Strokenteelt zorgt voor minder plaaginsecten en meer natuurlijke vijanden’

Al jaren doet WUR onderzoek naar de biodiversiteit en natuurlijke plaagbeheersing in strokenteeltsystemen. In een strokenteeltsysteem worden op één perceel meerdere gewassen in stroken naast elkaar geteeld. Dit met de achtergrond dat gewasdiversiteitsmaatregelen, zoals strokenteelt, een mogelijke oplossing bieden voor een betere, natuurlijkere plaagbeheersing ten opzichte van meer gangbare akkerbouwsystemen. Onlangs heeft WUR de resultaten van twee onderzoeken over natuurlijke plaagbeheersing in strokenteelt met kool gepubliceerd in de wetenschappelijke tijdschriften Agriculture, Ecosystems and Environment en Journal of Pest Science.
Stroken drie meter breed
In beide onderzoeken wisselden de WUR-onderzoekers koolstroken van drie meter breed af met drie meter brede tarwestroken. Verder werden in een deel van de experimenten in de tarwestroken, akkerkruiden en veldbonen meegezaaid. In de Proeftuin voor Agro-ecologie en Technologie van WUR in Lelystad werd in een tweejarige studie gekeken naar kool geteeld in strokenteelt en wat daarvan het effect is op akkerkruiden en vliegende insecten. En dan met name de koolmot en natuurlijke vijanden. Uiteindelijk bleek dat er minder plaaginsecten en meer soorten natuurlijke vijanden werden gevonden in strokenteelt dan in de monocultuur met kool. Het meezaaien van akkerkruiden en veldbonen leverde nog een extra resultaat op: een verhoging van het totaal aantal insecten en de soortenrijkdom, plus meer natuurlijke vijanden en een verhoging van de soortenrijkdom van akkerkruiden.
Tweede studie
De tweede studie vond plaats op Proef- en leerbedrijf Droevendaal van WUR in Wageningen. In deze studie werd het effect onderzocht op de koolvlieg en op bodemkruipende predatoren. Uit deze studie blijkt dat de ei-afzetting van de koolvlieg hoger is in strokenteeltsysteem met kool, vergeleken met monoculturen met kool. De ei-afzetting was het hoogst in de meest diverse strokenteeltsystemen. Er was uiteindelijk geen verschil in de aantallen larven en poppen tussen de strokenteeltsystemen en de monocultuur. Volgens de onderzoekers lijkt het er op dat in strokenteelt een lager aandeel koolvliegen overleeft tot latere stadia, wat zou kunnen komen door verhoogde predatie in diverse gewassystemen.
Conclusie
Op basis van deze onderzoeken lijkt het er op dat strokenteelt zorgt dat plaaginsecten in jongere, minder schadelijke stadia, al gecontroleerd worden en dat zo minder volwassen plaaginsecten zich bij latere populaties voegen. Verhoogde aantallen van natuurlijke vijanden in strokenteelt lijken hiervoor een belangrijke verklaring.