Vervolg van Zeeuws uienonderzoeksproject Uireka
Van oudsher leent de Zeeuwse grond zich goed voor de teelt van uien. Dit zorgt er ook voor dat diverse uienhandelshuizen hier zijn gevestigd. De hele teelt is dan ook van groot belang voor de Provincie Zeeland. De Zeeuwse uienteelt staat echter onder steeds grotere druk. Deze druk is onder meer terug te voeren op klimaatverandering en ziekten. Zo worden steeds vaker zeer natte perioden met veel regen afgewisseld met zeer droge perioden. Een ondiep wortelend gewas als de ui houdt niet van te natte omstandigheden. Dan krijgen uien last van schimmelziekten en bacteriën en gaan rotten tijdens de teelt of bewaring. Bij te warm en te droog krijgen de uien last van hittestress. Verder kunnen uien ook niet tegen de oprukkende verzilting van de bodem.
Andere teelten
Zeeuwse akkerbouwers kiezen daarom steeds vaker voor minder risicovolle teelten, zoals granen. Dit is ook terug te zien in de areaalcijfers. Het Zeeuwse zaai-uien areaal halveerde van ruim 6.000 hectare naar amper 3.000 hectare. Daarmee heeft Zeeland nog maar 10 procent van het landelijke areaal. Enkele jaren geleden was dit nog circa 30 procent. Zeeuwse boeren die wel kiezen voor de uienteelt, zoeken steeds vaker naar mogelijkheden om toch met zoet water te kunnen irrigeren.
Onderzoek
De provincie herkent de problemen waarmee de uiensector kampt. „Om de uiensector voor Zeeland te behouden is het belangrijk dat we onderzoek doen en innoveren”, stelt gedeputeerde Jo-Annes de Bat. Dit in een toelichting op het verstrekken van een subsidie van 200.000 euro aan het project ‘Uireka 3.0 naar een volhoudbare uienteelt’. Het project loopt van 2023 tot en met 2025. Het wordt uitgevoerd door GroentenFruit Huis BV, onder de vlag van de Holland Onion Association. Binnen dit project wordt op verschillende thema's onderzoek uitgevoerd naar weerbare teeltsystemen voor de uienteelt. Dit gebeurt samen met meer dan honderd bedrijven over de hele keten.
Vorige Uiereka programma’s
Binnen het project Uireka 3.0 wordt kennis gebruikt die in twee eerdere Uireka programma’s (2017--2022) is ontwikkeld op gebied van ziekten en plagen, kwaliteitsbevordering en dripirrigatie. Daarnaast wordt onderzoek verricht naar een effectief management van Fusarium, naar handvatten voor preventie en beheer van insectenplagen, naar voorspelling van infectiemomenten van valse meeldauw, optimalisatie van irrigatie en fertigatie (combinatie van water geven en bemesten) en vergelijking van nieuwe en reeds beschikbare uienrassen. Zo worden bijvoorbeeld uien op ruggen of verhoogde bedden geteeld. Dit alles onder het motto ‘een volhoudbare uienteelt’. Dit wordt onder andere gedaan door concrete proeven op locatie, waaronder op de Proefboerderij Rusthoeve in Colijnsplaat. Daar hebben al eerder uienproeven gelegen. De opgedane kennis wordt binnen het project breed verspreid over alle telers. Dit gebeurt via een website, bijeenkomsten en een nog te ontwikkelen uienteelt applicatie.