Veel uitschieters in vlasoogst leiden tot ondergemiddelde opbrengst
In de gebieden waar niet kon worden beregend, met name in het zuidwesten vallen de resultaten soms zwaar tegen, zegt Lenno Vermaas van Van de Bilt Zaden en Vlas BV in Sluiskil (ZL). „Daarentegen zijn er heel nette oogsten in gebieden waar voldoende water beschikbaar was, met vlas van mooie kwaliteit en voldoende lengte.”
Een kwart van de Nederlandse oogst is goed tot ruim boven gemiddeld, en een kwart zit onder de maat. „Dat vlas is kort, maar nog wel oogstbaar. Hier zijn zowel de stro- als de zaadopbrengsten laag.” De andere helft is volgens Vermaas „niet goed en niet heel slecht”.
Droge oostenwind
Vocht heeft het verschil gemaakt. „Vijf weken droge oostenwind hebben hun sporen nagelaten. We hadden een heel mooie maar relatief late opkomst, maar door de wind is de beginontwikkeling vertraagd.”
En dat is jammer, vindt hij, want de markt is erg goed. De vraag naar vlas en andere natuurlijke vezels zit al sinds 2012 in de lift, de laatste twee jaar is de vraag nog veel sterker gestegen. Doordat in die jaren de opbrengsten tegenvielen in met name België en Frankrijk, trok de prijs aan. In Nederland is over het geheel meer mogelijkheid om het gewas te beregenen.
Ruimschoot boven tarwe
De vraag naar vlas is momenteel groter dan het aanbod. Er is de laatste jaren veel vraag voor onder meer kleding, biobased materiaal en isolatie. Bedragen kan Vermaas niet noemen, omdat in Nederland met verschillende systemen wordt gewerkt. „Maar de netto saldo’s zijn afgelopen jaren gemiddeld ruimschoots boven de bruto tarwesaldo’s uitbetaald. ”
In Nederland wordt circa 2.100 hectare vlas geteeld. Bij Van de Bilt Zaden en Vlas is ongeveer de helft van het areaal geplukt, bij collegabedrijven zit dat op ongeveer 75 procent, is de inschatting van Vermaas. „Zij zijn iets verder omdat ze een andere oogsttechniek volgen. Wij oogsten en ontzaden tegelijktijdig en produceren op deze manier hoogwaardig zaaizaad naast de vlasvezels.”