50 procent subsidie op machines voor toepassing geïntegreerde gewasbescherming
Het ministerie van LNV juicht al jaren geïntegreerde gewasbescherming toe. Doel van geïntegreerde gewasbescherming is om ziekten, plagen en onkruiden op verschillende manieren te beheersen en te bestrijden. Daarbij kiest de agrariër voor preventie en niet-chemische maatregelen en zo min mogelijk voor gewasbeschermingsmiddelen. Indien de omstandigheden dusdanig uit de hand lopen, dat de inzet van dergelijke middelen noodzakelijk is, dan zorgt de agrariër voor een zo goed als vrije uitstoot ervan naar het milieu en dat er bijna geen resten achterblijven op de gewassen.
Doel subsidie
De demissionaire LNV-minister Piet Adema wil met deze subsidie het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen verder terugdringen. In dat kader moet de regeling meehelpen aan de ontwikkeling van preventieve en niet-chemische maatregelen tegen ziekten, plagen en onkruiden. En vervolgens de inzet van deze maatregelen in de praktijk.
Subsidieregeling met twee onderdelen
De subsidieregeling bestaat uit twee onderdelen. Bij het ene onderdeel vraagt de agrariër/loonwerker subsidie aan voor innovatieprojecten. Bij het andere voor investeringen in bedrijfsmiddelen. De agrariër/loonwerker kan voor één van beide onderdelen een subsidie aanvragen. Hij dient deze aanvraag bij de RVO in te dienen tussen 1 september en 30 september 2023. De RVO verdeelt het totale beschikbare subsidiebudget op volgorde van binnenkomst. Dus die het eerst komt, die het eerst maalt.
Innovatieprojecten
Wat betreft de innovatieprojecten kan een agrariër subsidie krijgen voor onderzoeksprojecten gericht op het verminderen van het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen. Deze projecten dienen zich te richten op de ontwikkeling van preventieve en niet-chemische maatregelen. Zo kan een agrariër een subsidieaanvraag indienen voor bijvoorbeeld één of twee bedrijfsmiddelen, die geschikt zijn om groenbemesters en vanggewassen te vernietigen, af te maaien, te verhakselen, kapot te frezen en/of in te werken. Daarbij valt te denken aan bijvoorbeeld een messenwals, messenrol, schijveneg, rotorkopeg en ecoploeg. Voor bepaalde investeringskosten is 50 procent subsidie beschikbaar. Voor sommige onderdelen verstrekt de RVO geen subsidie. De boer/loonwerkers vraagt voor zijn investering minimaal 5.000 euro subsidie aan. De maximaal aan te vragen subsidie bedraagt 125.000 euro.
Wie kan aanvragen?
De subsidie kan worden aangevraagd door een landbouwonderneming, een loonwerkbedrijf of een samenwerkingsverband. Dit samenwerkingsverband bestaat uit: twee of meer landbouwondernemingen, twee of meer loonwerkbedrijven of één of meer landbouwondernemingen met één of meer loonwerkbedrijven. Hoe de subsidie aan te vragen, de exacte voorwaarden en verdere details zijn te vinden op de website RVO.nl
Tekst: Guus Queisen
Opgegroeid op een gemengd agrarisch bedrijf op een typisch Zuid-Limburgse carréboerderij. Na een financieel/economische opleiding en diverse functies sinds 1985 in deeltijd en sinds 1996 fulltime op freelance basis actief in de landbouwjournalistiek. Volg kritisch alle ontwikkelingen die (in-)direct aan de agrarische sector gerelateerd zijn. Bij Agrio werkzaam voor zowel de papieren als de digitale uitgaven van: Stal en Akker, Pigbusiness, Melkvee en Akkerwijzer.
Beeld: Susan Rexwinkel Agrio archief
Bronnen: Ministerie van LNV, RVO