Aardappelhandel groeit spectaculair in Vlaanderen

In het voorbije jaar deden alle grote afzetmarkten het goed. In 2022 voerde Vlaanderen 3,5 miljoen ton aardappelen uit, in 2021 was dat nog maar 3,2 miljoen ton en in 2018 2,9 miljoen ton. De toename is er dus ook een in volume, niet alleen in waarde. Er worden ook meer aardappelen ingevoerd, deels om er bereidingen van te maken. In 2022 ging het om 2,9 miljoen ton. Vlaanderen heeft in 2022 bij aardappelen een handelsoverschot van plus 1,7 miljard euro. Dat is volledig te danken aan de uitvoer van aardappelbereidingen (zoals gekoelde en diepgevroren frieten, kroketten, puree, chips, vlokken en granulaten), goed voor ruim 2,3 miljard euro.
Verse aardappelen
De handel in verse aardappelen, inclusief pootgoed, vertoont daarentegen een negatief saldo van -365 miljoen euro. Bijna de helft van de Vlaamse aardappelexport gaat naar Frankrijk (457 miljoen euro), Nederland (355 miljoen euro) en het Verenigd Koninkrijk (344 miljoen euro). Ook de Verenigde Staten, Duitsland en Spanje pieken ruim boven de 100 miljoen euro. De Vlaamse aardappelen, of beter aardappelbereidingen, gaan overzees niet alleen naar de VS, maar ook naar andere verre bestemmingen, zoals Saoedi-Arabië (93 miljoen euro) en Brazilië (86 miljoen euro). Verse aardappelen voeren we vooral in uit Frankrijk en Nederland.
Groenten
De handel in groenten levert een positief handelssaldo op van plus 874 miljoen euro. Dat is uitsluitend te danken aan het aandeel van de verwerkte groenten. Vlaanderen is de grootste speler op de wereldwijde markt van diepvriesgroenten. In 2022 is de uitvoer ervan goed voor 1,4 miljard euro, terwijl de invoer op nog geen 400 miljoen euro ligt. De uitvoer van groenten in blik is ook nog aanzienlijk (422 miljoen euro), maar daar is het saldo negatief (min 110 miljoen euro).
Verse groenten
Bij de verse groenten is er dit jaar een klein handelstekort (min 35 miljoen euro). Tomaten zijn het voornaamste verse exportproduct, goed voor een exportwaarde van 291 miljoen euro en een saldo van +190 miljoen euro. Prei kan prat gaan op een uitvoer van 43 miljoen euro en een saldo van +35 miljoen euro. Kropsla, wortelen, witloof, paddenstoelen en aubergines noteren eveneens een handelsoverschot, wat niet gezegd kan worden van uien, erwten, bonen, bloemkool, asperges, courgetten, paprika, komkommer en schorseneren.
Verwerkte groenten
Een deel van de ingevoerde verse groenten is bestemd voor de exportgerichte verwerkende industrie. Vlaamse groenten vinden vooral hun weg naar Duitsland (631 miljoen euro), Frankrijk (537 miljoen euro), Nederland (421 miljoen euro) en het Verenigd Koninkrijk (320 miljoen euro). De verwerkte groenten gaan ook naar buiten Europa. De VS zijn daar met een waarde van 107 miljoen euro een stevige klant. De top drie van groenteleveranciers neemt bijna 70% van onze import in: Nederland (857 miljoen euro), Frankrijk (270 miljoen euro) en Spanje (226 miljoen euro). Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk dragen het meest bij tot het handelsoverschot; een handelstekort is er met Nederland en Spanje.
Invoer
Tegenover 2021 is de invoer van groenten met 10 procent gegroeid, de uitvoer met 9 procent. Diepvriesgroenten zijn een vaste waarde: de uitvoer ging op jaarbasis weer met 13 procent omhoog. De export van verse groenten daalde daarentegen met 2 procent, onder meer door een sterke achteruitgang bij prei (min 34 procent), asperges (-39 procent) en bloemkool (min 45 procent). In hoeveelheid uitgedrukt voerde Vlaanderen in 2022 2,5 miljoen ton groenten uit, waarvan 1,4 miljoen ton diepvriesgroenten. De invoer besloeg 1,8 miljoen ton, waarvan 1,0 miljoen ton verse groenten.
Netto exporteur
Vlaanderen is en blijft een netto-exporteur van agrarische producten. De invoer bedraagt in 2022 46,4 miljard euro en de uitvoer 53,8 miljard euro. Het handelsoverschot bedraagt daardoor plus 7,5 miljard euro. In vergelijking met 2021 is zowel de invoer als de uitvoer met bijna een kwart gestegen. De stijging is het gevolg van de sterke inflatie. Het totale volume van de agrohandel bleef nagenoeg constant.
Tekst: Matthias Vanheerentals
Beeld: Ruben Meijerink
Bron: Eurostat