Fotoserie: Uiendag in teken van weerbaarheid en water
Weerbaarheid lijkt een sleutelwoord te zijn, willen we de uienteelt ook in lastige groeiseizoenen overeind houden. Een plant weerbaarder maken kan met bladmeststoffen en plantversterkers: hiermee kunnen belangrijke stoffen als mangaan en silicium aan de plant worden toegediend. „Het is geen bestrijdingsmiddel, maar het helpt bij een weerbaardere teelt”, klinkt het bij de stand van AgroCentrum. Ook een goede bemesting kan bijdragen aan een vitalere groei in lastige tijden.
Maar voldoende water wordt steeds meer bepalend voor het al dan niet slagen van de teelt. Dat hebben de laatste jaren wel heel duidelijk gemaakt. Tijdens de rondgangen op de Uiendag is het woord water ook bij vrijwel elke stop te horen.
Zo laat Hoza in zijn rassenvergelijking zien wat het verschil kan zijn tussen wel of geen extra water in het groeiseizoen. Bij elk ras ligt een bed met irrigatie en een bed zonder. „Dripirrigatie is bewerkelijk en duur, maar dit jaar was het de kosten meer dan waard. En de afgelopen twee jaar ook”, is de conclusie van Kees Hoogzand van Hoza.
De tekst gaat verder onder de foto
Een waterrendementsproef van Uireka laat zien dat niet alleen de hoeveelheid water van belang is, maar ook het moment waarop het wordt toegediend. Uit de proeven is onder meer gebleken dat een vroege gift een hoger rendement geeft.
Dominique Cammaert van UIKC stelt de vraag of telers de hoeveelheid water die ze tot hun beschikking hebben (bijvoorbeeld in een bassin) als uitgangspunt moeten nemen voor het areaal uien. „Moeten we misschien minder uien gaan telen om voldoende water te hebben voor het areaal dat je hebt?” Niemand heeft een antwoord, maar het zet de telers (hopelijk) aan het denken.
Dit jaar konden veel uien pas laat worden gezaaid. Maar tot hoe laat in het voorjaar kun je nog uien zaaien? En hoe reageren uien op de kortere daglengte. In een kleine proef van UIKC zijn twee rassen (het vroege ras Novista en het late ras Hyfive) pas op 24 mei gezaaid, in twee verschillende eenheden. Beide rassen staan fijn met weinig loof. Een verschil in vroegheid is in deze twee rassen niet te zien.
De tekst gaat verder onder de foto
Harde conclusies zijn hier niet aan te verbinden, zegt Johnny Remijn van Delphy. Hij laat een paar rode uien zien die eveneens op 24 mei zijn gezaaid, op een perceel dat overgezaaid moest worden. Deze uien zijn wél mooi rond. Het verschil is vooral gemaakt door water en bemesting. „In deze rode uien lag fertigatie. Zo zie je maar weer dat een ui goed kan groeien als hij onder de gunstige omstandigheden wordt geteeld, ook al is het wat later in het jaar.”
Fertigatie loont, is ook de boodschap van Van Iperen. „De uien hebben geen stress dankzij voldoende voeding en dat zie je terug in het veld en in de bewaring”, zegt Mikey Akkermans, adviseur akkerbouw. Zijn boodschap: als je water hebt, geef het dan ook aan de uien.
De tekst gaat verder onder de foto
Maar ook te lang water blijven geven, is niet goed, is te zien op de proefvelden. Zowel bij Hoza als bij Syngenta wordt geconcludeerd dat te laat in het groeiseizoen nog water is gegeven, waardoor de uien nog groen staan. „Hij blijft maar blad produceren. En dat gaat uiteindelijk ten koste van de opbrengst en de kwaliteit”, klinkt het in de stand van Syngenta.
De tekst gaat verder onder de foto
Ook ruim aandacht voor robotisering op de Uiendag. Er is een demonstratie van de Ecorobotix en ook enkele andere robots, waaronder de Ekobot, zijn aanwezig. „De beschikbaarheid van gewasbeschermingsmiddelen en bemesting staat steeds meer onder druk. Misschien kunnen we met een techniek als deze de toelating van glyfosaat in de benen houden”, zegt Mark Jonker van Agrifirm.