Adema: Geen ruimte om af te wijken van kalenderlandbouw

De datums, die zijn afgesproken met, of afgedwongen door, de Europese Commissie, liggen gevoelig in Brussel, legde Adema uit. Als Nederland daar - ook al is het op goede gronden - van zou afwijken zou dat consequenties hebben. Onder andere zou de afbouw van de derogatie dan kunnen sneuvelen.
'Doelstellingen wel halen'
Voor volgend jaar ziet de minister meer mogelijkheden. Hij is daarover met de sector in gesprek. Als uit die gesprekken haalbare alternatieven naar voor komen, waarmee Nederland de doelstellingen kan halen, wil hij deze als alternatief voorstellen in Brussel. „Maar die alternatieven moeten dan wel voldoen aan de doelstellingen, en het zal voor dit jaar niet meer lukken.“
Voor het achtste actieprogramma nitraatrichtlijn, dat vanaf 2025 zal gelden, ziet de minister meer mogelijkheden. In dat programma zou Nederland doelvoorschriften kunnen opnemen in plaats van middelvoorschriften, zodat boeren zelf de vrijheid hebben om te bepalen hoe ze de doelen dan halen.
De tekst gaat verder onder de tweet
De indieners van de moties - Van der Plas, Van Campen, Grinwis en Vedder - gingen er mee akkoord dat de minister de moties zo interpreteerde dat hij in Brussel pleit om vanaf volgend jaar alternatieven voor de vaste datums voor oogsten van gewassen en voor het inzaaien van vanggewassen gaat voorstellen.
Over de moties wordt dinsdag 26 september gestemd.

Tekst: Wim van Gruisen
Zoon van een Zuid-Limburgse pluimveehouder met eigen slachterij, geschoold als econoom. Sinds 2011 in dienst van Agrio, waar hij artikelen schrijft voor de regio- en vakbladen en de Agrio-websites. Zijn focus lag aanvankelijk op landbouweconomie, tegenwoordig vooral op de Haagse en Brusselse politiek.
Beeld: Shvets productions, via Pexels